gas(verwarming, heet water, fornuis) en elektriciteit
1x per jaar de meterstanden doorgeven
per maand een bedrag, termijnbedrag.
1x per jaar de eindafrekening
Slide 11 - Tekstslide
Wat moet je maken?
Lees:
- De grijze theorie gedeeltes op blz. 33, 34, 35, 36 en 37
Maak:
- Opdracht 1 t/m 10 van blz. 33 t/m 39
timer
1:00
Slide 12 - Tekstslide
Gemeente belasting
afvalstoffen heffing
rioolheffing
hondenbelasting
onroerende zaak belasting bij een eigen huis(OZB)
Slide 13 - Tekstslide
Waterschap belasting
zuiveringsheffing
watersysteemheffing
Slide 14 - Tekstslide
Betalen?
1x per jaar een aanslag(DE rekening)
Of elke maand
automatische incasso
Slide 15 - Tekstslide
Wat moet je maken?
Lees:
- De grijze theorie gedeelte op blz. 39, 40, 41 en 42
Maak:
- opdracht 11 t/m 16, blz. 40 t/m 44
Laat opdracht 16 controleren door je docent.
Slide 16 - Tekstslide
Ik en maatschappij
Geldzaken
Hoofdstuk 4
Verzekeringen
Slide 17 - Tekstslide
Deze les leer je:
wat een verzekering is en waarvoor je die afsluit.
welke verzekeringen je (later) nodig hebt.
waar en hoe je een zorgverzekering moet regelen.
formulieren en rekeningen van verzekeringen lezen en begrijpen.
welke verzekeringen verplicht en welke vrijwillig zijn.
Slide 18 - Tekstslide
Verzekeringen
Bekijk het filmpje.
Lees samen blz. 49.
Maak opdracht 1 t/m 4
(dit mag samen met je buurvrouw/man)
timer
4:00
Slide 19 - Tekstslide
zorgverzekering
Lees blz. 50 en 51.
Bekijk het filmpje
Maak opdracht 5, 6 en 7.
(dit mag samen met je buurvrouw/man)
timer
2:00
Slide 20 - Tekstslide
Eigen risico
Lees samen blz. 52 Uitleg eigen risico
Maak opdracht 8 t/m 11
timer
5:00
Slide 21 - Tekstslide
Doel van de les
Herhaling
wat is WA
Waarom WA
wat is no-claim en allrisk
Slide 22 - Tekstslide
Verzekeringen
Eigen risico
Slide 23 - Tekstslide
Wa verzekering
Blz 54
Maak opdracht 12 t/m 16 blz 54 t/m 57
timer
10:00
Slide 24 - Tekstslide
Vrijwillige verzekeringen
blz. 58
Slide 25 - Tekstslide
Welke vrijwillige verzekeringen zijner?
Slide 26 - Open vraag
vrijwillige verzekering
Eigen besluit. Loop je risico of niet...
reisverzekering
annuleringverzekering
inboedel verzekering
aansprakelijkheidsverzekering
allriskverzekering = schade aan je eigen voertuig, die je zelf hebt veroorzaakt wordt dan vergoed
Slide 27 - Tekstslide
Zou jij je vrijwillig verzekeren?
A
Ja
B
nee
Slide 28 - Quizvraag
Maak opdracht 17 en 18
blz 59
Slide 29 - Tekstslide
Reisverzekering
Blz 59
Slide 30 - Tekstslide
Maak opdracht 19 en 20
blz. 60
Slide 31 - Tekstslide
Ik en maatschappij
Geldzaken
Maandag 8 februari
Hoofdstuk 5
Schulden voorkomen
Slide 32 - Tekstslide
schulden ( voorkomen)
geld lenen
makkelijk via internet bestellen (zonder betalingsverplichting)
meer uitgeven dan dat er inkomsten zijn
Slide 33 - Tekstslide
https:
Slide 34 - Link
schuld
niet op tijd betalen (betalingsherinneringen)
incassobureau incl boete
deurwaarder
beslaglegging (op je spullen)
Slide 35 - Tekstslide
schuldsanering
plan om alles terug te betalen
drie jaar lang nauwelijks inkomen
je salaris gaat eerst naar de schulden
Slide 36 - Tekstslide
hoe voorkom je schulden?
Hou goed overzicht op je geldzaken!!!!
maak een kasboek (voor beginners)
maak een budgetplan (voor gevorderden)
Slide 37 - Tekstslide
Hulp bij schulden
ouders/verzorgers of familielid
vrienden/vriendinnen
mentor/docent
Instanties
Bureau Jeugdzorg
CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin)
een Jongeren Informatie Punt in je gemeente
Slide 38 - Tekstslide
Wat is een uitkering?
A
geld dat je van je werkgever krijgt
B
geld dat je van de overheid krijgt
C
.geld dat je moet betalen aan de overheid
Slide 39 - Quizvraag
Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon
C
SV-loon
Slide 40 - Quizvraag
Jamies brutoloon is € 945,66. De loonheffing is € 201,46. Jamies nettoloon is:
A
€ 744,20
B
€ 945,66
C
€ 1.147,12
Slide 41 - Quizvraag
Sommige dingen moet je elke maand betalen. De bedragen zijn iedere keer hetzelfde. Dit zijn:
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten
Slide 42 - Quizvraag
De reparatie aan je horloge is een:
A
dagelijkse uitgave
B
incidentele last
C
vaste last
Slide 43 - Quizvraag
Een ander woord voor begroting is:
A
budgetplan
B
inkomsten
C
reservering
Slide 44 - Quizvraag
Je energiekosten zijn € 64,70 per maand. Hoeveel heb je na een jaar betaald?
A
€ 647,00
B
€ 776,40
C
€ 3.364,40
Slide 45 - Quizvraag
De hondenbelasting is een:
A
gemeentebelasting
B
waterschapsbelasting
C
werknemersbelasting
Slide 46 - Quizvraag
Wie betaalt de onroerendezaakbelasting (OZB)?
A
de eigenaar van een huis
B
de huurder van een huis
C
de overheid
Slide 47 - Quizvraag
Welke verzekering is verplicht?
A
de aanvullende zorgverzekering
B
de basisverzekering
C
een reisverzekering
Slide 48 - Quizvraag
Bij een zorgverzekering kun je je eigen risico verhogen. Je betaalt dan:
A
meer premie
B
minder premie
C
evenveel premie
Slide 49 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een schuld?
A
Je hebt geld van je spaarrekening gehaald
B
Je staat € 10,- rood bij de bank.
C
Je broer geeft je € 10,- voor je verjaardag.
Slide 50 - Quizvraag
Wat is een oorzaak van schulden?
A
alles wordt steeds duurder
B
een kasboekje bijhouden
C
kopen op internet zonder betalingsverplichting
Slide 51 - Quizvraag
Soms lukt het mensen niet om zelf uit de schulden te komen. Dan kun je in een traject komen waarin je precies genoeg geld krijgt om je vaste lasten en boodschappen te betalen. De rest van je inkomen gaat naar je schuldeisers. Hoe heet dit traject?