De zon zendt stralen naar de aarde.
De zonnestralen gaan dwars door de atmosfeer en verwarmen het aardoppervlak.
De warme grond verwarmt daarna de lucht erboven.
Daarom wordt het vanaf het aardoppervlak steeds kouder naarmate je hoger komt:
als je duizend meter omhoog gaat, daalt de temperatuur met 6°C.
Er geldt: hoe hoger in de atmosfeer, hoe kouder het wordt.
Dit zorgt ervoor dat er eeuwige sneeuw ligt in de bergtoppen.