23/24 week 7 - les 2

- culture
- les devoirs
- parler
- les verbes en -er 




Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik iets geleerd over de franse cultuur
  • heb ik geoefend met het maken van zinnen.
  • kan ik regelmatige werkwoorden op -er vervoegen.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

- culture
- les devoirs
- parler
- les verbes en -er 




Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik iets geleerd over de franse cultuur
  • heb ik geoefend met het maken van zinnen.
  • kan ik regelmatige werkwoorden op -er vervoegen.

Slide 1 - Tekstslide

Dragées

Slide 2 - Tekstslide

Une pièce montée
le mariage
een bruidstaart

Slide 3 - Tekstslide

l'anniversaire en Hollande?

- de hele familie wordt gefeliciteerd
- de hele familie wordt uitgenodigd. Er zijn meerdere cadeaus.



l'anniversaire en France

- alleen de jarige wordt gefeliciteerd
- er is een cadeau en een lekker dessert
- de jarige wordt toegezongen met 'bon anniversaire' of 'joyeux anniversaire'

Slide 4 - Tekstslide

Fransen en hun privacy

 - privacy belangrijker
- telefoon opnemen met allo of bonjour i.p.v. eigen naam.
-

Slide 5 - Tekstslide

Les devoirs
apprendre 9

Op de toets krijg je zinnetjes
Soms uit apprendre 9 - soms met woorden uit de woordenlijst.

Slide 6 - Tekstslide

Vous êtes combien à la maison?
Nous sommes .......


Slide 7 - Tekstslide

Woorden uit vorig hoofdstuk
Hier is mijn moeder
Daar is mijn vader
Het is mijn zus



Slide 8 - Tekstslide

Woorden uit vorig hoofdstuk
Hier is mijn moeder - voici ma mère
Daar is mijn vader - voilà mon père
Het is mijn zus - c'est ma soeur



Slide 9 - Tekstslide

La grammaire - toetsweek
- werkwoord avoir
- bezittelijk voornaamwoord
- werkwoorden op -er (page 85)

Slide 10 - Tekstslide

Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • habiter
  • aimer
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op-er. 

Slide 11 - Tekstslide

De stam
De stam van het werkwoord maak je door -ER van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl
danser --> dans

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

je
+ e
tu
+ es
il
+ e
elle
+ e
on 
+ e
nous 
+ ons
vous 
+ ez
ils 
+ ent
elles 
+ ent
Stam
=
-ER
weghalen

danser - dans
parler - parl

Schrijf dit erbij op blz 85

Slide 16 - Tekstslide

Let op
In het Nederlands gebruiken we in het meervoud vaak het hele werkwoord

In het Frans is  dat niet zo
Nous avons en niet nous avoir
Nous sommes en niet nous être
Nous parlons en niet nous parler

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!

Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
E
ES
E
ONS
EZ
ENT

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is de stam van parler?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de stam van aimer?

Slide 20 - Open vraag

donner - tu ...
A
donner
B
donne
C
donnes

Slide 21 - Quizvraag

demander - nous ...
A
demandez
B
demandent
C
demandons
D
demander

Slide 22 - Quizvraag

manger - je ...
A
manger
B
mange
C
manges

Slide 23 - Quizvraag

danser - tu ...
A
danse
B
danses
C
danser

Slide 24 - Quizvraag

Vertaal:
(regarder) Ik kijk

Slide 25 - Open vraag

Vertaal:
(habiter) Jij woont

Slide 26 - Open vraag

Vertaal:
(chanter) Zij zingt

Slide 27 - Open vraag

Les devoirs
- maak zelf een planning voor het leren van de woordjes
- leren werkwoord -er blz 85
- maken: 8b, 8c en 8d blz 85 en 86

Slide 28 - Tekstslide

Qu'est ce que tu as appris aujourd'hui?

de toetsweek?
les verbes -er

Slide 29 - Tekstslide

Filmpje Mickey Mouse
Welke woorden hoor je?
Herken je bezienswaardigheden in Parijs?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Welke woorden/zinnen heb je gehoord?

Slide 32 - Woordweb

Welke monumenten herkende je in Parijs?

Slide 33 - Woordweb