SoVa klas 1 les 7 - Vooroordelen

Vooroordelen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SOVAMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooroordelen

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn vooroordelen?

Slide 2 - Tekstslide

vooroordeel
Heb je een vooroordeel? Dan heb je een mening of idee over iemand, zonder te weten of het eigenlijk klopt.

Slide 3 - Tekstslide

In deze les...
ontdek je of wat jij denkt over mensen eigenlijk wel klopt. Dat is handig om te weten, want je eerste indruk is niet altijd juist.

Slide 4 - Tekstslide

Na deze les...
Kun je:
• uitleggen wat een vooroordeel is;
• uitleggen wat een feit is;
• vooroordelen die jij hebt herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

En heb jij een vooroordeel?
Laten we dat eens testen. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Bekijk de volgende foto's

Slide 9 - Tekstslide

Dit meisje zit op vioolles.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze jongen leest heel veel boeken.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Dit meisje is heel sportief.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze jongen heeft weinig vrienden.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag


Kun je op basis van een foto of eerste indruk weten hoe iemand is?

Slide 14 - Tekstslide

Lees de volgende uitspraken en kies een antwoord. 

Slide 15 - Tekstslide

Docenten zijn mensen die lesgeven.
A
feit
B
vooroordeel

Slide 16 - Quizvraag

Surinamers kunnen goed dansen.
A
feit
B
vooroordeel

Slide 17 - Quizvraag

Jongens die op jongens vallen noem je homo’s.
A
feit
B
vooroordeel

Slide 18 - Quizvraag

Marokkaanse meisjes dragen een hoofddoek.
A
feit
B
vooroordeel

Slide 19 - Quizvraag

Waarom niet alles wat jij over iemand denkt klopt.

Slide 20 - Tekstslide

Vooroordeel ...?

Als je iemand voor het eerst ziet, denk je vaak meteen iets over die persoon. 
Je denkt bijvoorbeeld: die jongen is
vast sportief. 
Of: dat meisje heeft zeker niet zoveel vriendinnen. Dat noem je een vooroordeel
Je denkt dan iets over iemand, zonder dat je die persoon kent.

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden van vooroordelen:
• Jongens zijn brutaal.
• Meisjes kunnen niet voetballen.

Slide 22 - Tekstslide

Vaak hebben mensen vooroordelen over andere groepen. Bijvoorbeeld over vluchtelingen, homo’s of ouderen.
Ze denken dan bijvoorbeeld dat alle vluchtelingen arm zijn. Dat alle homo’s zich vrouwelijk gedragen. Of dat alle ouderen eenzaam zijn. Maar dat is natuurlijk niet zo.

Slide 23 - Tekstslide

... of een feit
Een vooroordeel is niet gebaseerd op feiten. Een feit is namelijk iets wat echt waar is.
Dat kun je zien of meten. Vooroordelen zijn meestal niet waar. Dus wat jij denkt over een persoon die je niet kent, klopt vaak niet.

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeelden van feiten:
• Jongens ontwikkelen zich anders dan meisjes.
• Er zitten meer jongens op voetbal dan meisjes.

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten d en e op het blad. 
Bij opdracht c vind je de verschillende groepen waaruit je kunt kiezen. 

Slide 26 - Tekstslide

De afsluiting
Wat zijn jullie vooroordelen. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Super goed gedaan!
Dit was de les voor vandaag. Tot de volgende!
Tot dan dan! 

Slide 34 - Tekstslide