KD zwem les 3 H2
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Proefje met de mandarijnen.
Nodig: bak water en 2 maderijnen
pel 1 mandarijn zodat je 1 partje over hebt.
vraag de groep: wat is zwaarder?
1)de hele mandarijn of het ene partje?
2) wat gebeurt er al in beide in de bak met water doe?
zweven - drijven - zinken
Slide 2 - Tekstslide
Kijk 1 minuut naar de plaat en schrijf op wat je ziet:
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
sleep de sommen.
Soortelijke massa = massa/ volume
sm=1
sm > 1
groter dan
sm < 1
kleiner dan
Zweven
Drijven
zinken
lood
kurk
mens
Slide 6 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Video
-de zwaartekracht wil graag onder liggen
-mm ligt boven vm. de straal van de as is klein dus draai je sneller
een dikke buik/ meer volume, zorgt voor meer afstand tussen vm en mm en dus draai je sneller.
Wanneer blijft een persoon drijven?
A
zwaartekracht GELIJK aan opwaartstekracht
B
zwaartekracht GROTER dan opwaartse kracht
C
zwaartekracht KLEINER dan opwaarsekracht
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurt er met de lichaamshouding, wanneer een kind enkelvoudige rugslag zwemt met de armen onder het hoofd?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom ligt het volumemiddelpunt van een man meer richting het hoofd?
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Adviseer jij een ouder met een baby/peuter kurkjes of zwemvleugels?
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
welke ligging is stabiel
A
Buiklig
B
Ruglig
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
waarom is de buiklig instabiel?
A
de zwaartekracht wil altijd onder liggen
B
de as is klein dus draai je sneller.
C
meer volume rond de buik, des te sneller je draait.
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
