3.2 zouten oplossen 2

• Scheikunde
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Zouten oplossen (2)

Wat gaan we doen vandaag?

- herhalen van gisteren

- vandaag komt erbij: indamp vergelijkingen 

en stroomgeleiding 

- Verder oefenen

- Werken aan de weektaak 

Aan het einde van de les kun je

- De oplosvergelijkingen van een zout opstellen

- De indampvergelijking van een zout opstellen

Stel de oplosvergelijking op:

1. natriumchloride

2. Zilveroxide 

3. Zinkjodide

Indampen

Als we zouten kunnen oplossen, kunnen we ze natuurlijk ook indampen 

Bedenk zelf: als ik een natriumchloride oplossing ga indampen, hoe ziet de indampvergelijking er uit? 

Stroomgeleiding

Weten jullie nog wanneer zouten stroom geleiden?

Stroomgeleiding

Weten jullie nog wanneer zouten stroom geleiden?

- opgelost in water

OF

- vloeibare fase 

In de vaste fase 

ionen zitten vast 

Dus is er geen 

mogelijkheid voor 

lading om te bewegen

= geen stroom

geleiding 

.

In oplossing kunnen de ionen vrij bewegen (ionen = lading), dus kan een zoutoplossing wél stroomgeleiden 

Geef de indamp vergelijking van de volgende zout oplossingen 

1. magnesiumbromide oplossing

2. natriumsulfide oplossing 

3. bariumchloride oplossing 

Kunnen we de volgende doelen afvinken?

- Verhoudingsformules opstellen

- systematische naamgeving van zouten

- tabel 45A gebruiken

- oplos en indampvergelijking opstellen 

Weektaak

- Maken opdrachten Voorkennis H3 (opdracht 1 t/m 4 en 6, blz 62)

- Maken opdrachten Ionen en zouten (opdracht 7 t/m 11, 13 en 15, blz 64)

- Maken opdrachten Oplossen van zouten (opdracht 17 t/m 20 en 22, blz 66)