Argumenteren

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Argumenteren

Leerdoelen:

* Herhaling: AUB-methode

* Herhaling: wat is een tegenargument en hoe weerleg ik een tegenargument 

Standpunt en argument

Wanneer je een bepaalde mening hebt over iets, oftewel een standpunt, en je wil iemand anders overtuigen van jouw mening, dan gebruik je argumenten om jouw standpunt te onderbouwen. Kijk maar eens naar het volgende voorbeeld: 

Standpunt en argument 

Standpunt:

Ik vind dat scholen niet vóór 11 uur ’s morgens open mogen gaan.

Argument:

Het puberbrein is erbij gebaat om later te beginnen.

Een standpunt is dus altijd wát je vindt of doet, terwijl een argument is waaróm je iets vindt of doet. Voor het argument kun je altijd het woordje ‘want’ zetten. 

Standpunt en argument: signaalwoorden

Standpunten en argumenten zijn onder andere te herkennen aan het volgende signaalwoord:

Standpunt:

Ik vind, dus, volgens mij, kortom, ik denk dat, mijn mening hierover is

Argument: 

Want, omdat, immers

Opbouw argument: waarvoor staat de afkorting AUB?

AUB-methode

Standpunt: Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken 

Argument: Want, roken is ontzettend slecht voor de gezondheid. 

Uitleg: Roken kan zorgen voor kanker, hart- en vaatziekten en een slechte huid.

Bijvoorbeeld: Als je rookt heb je twee tot drie keer meer kans om getroffen te worden door een hartziekte. 

Uit een Brits onderzoek blijkt dat het dragen van 'verkeerde' kleding de meest voorkomende reden is om te pesten in Nederland. 

Vaak wordt iemand gepest, omdat hij er anders uitziet. Met een schooluniform ziet iedereen er hetzelfde uit en daarom valt die reden om te pesten weg. 

Het schooluniform zorgt ervoor dat er minder wordt gepest.

Standpunt

Argument

Bijvoorbeeld

Uitleg

Het schooluniform moet weer worden ingevoerd

Tegenargument weerleggen

Jouw standpunt kun je nog sterker maken door tegenargumenten te weerleggen. Het weerleggen van argumenten betekent dat je aantoont dat de argumenten van de tegenstanders niet kloppen. 

Een tegenargument en een weerlegging worden vaak weergegeven door de volgende signaalwoorden: tegenover, daarentegen, maar, hoewel, echter,  toch, ondanks dat....

Tegenargument weerleggen

Tegenstanders geven aan dat pestgedrag blijft bestaan ondanks de invoering van het schooluniform. 

Hier wil ik op reageren: Pesten kunnen we nooit geheel voorkomen, maar we kunnen het wel zoveel mogelijk tegengaan. Dat doen we door het invoeren van het schooluniform. Kleding blijft de hoofdoorzaak van pestgedrag en door het schooluniform draagt iedereen dezelfde kleding. 

Weerleg het volgende argument: Het schooluniform invoeren is een goede zaak, want het vergroot het groepsgevoel.