V2 extra oefenen leesvaardigheid


Extra oefenen leesvaardigheid 
v2at
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Extra oefenen leesvaardigheid 
v2at

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!

Slide 2 - Open vraag

Noteer de regels van de inleiding, de kern en het slot.
Doe dat op deze manier:
inleiding: regel ... t/m ...
kern: regel ... t/m ...
slot: regel ... t/m ...

Slide 3 - Open vraag

Op welke vraag probeert de schrijver antwoord te geven?
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!

Slide 4 - Open vraag

Komt de schrijver tot een duidelijke conclusie? Zo ja, welke?
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!

Slide 5 - Open vraag

De schrijver weerlegt het argument dat je geen brood zou moeten eten vanwege de gluten die erin zitten. Welk argument geeft hij wél om te stoppen of minderen met brood eten?
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!

Slide 6 - Open vraag

Waarom adviseert de schrijver je boterhammen vooral dik te beleggen?
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!

Slide 7 - Open vraag

Bestaat de tekst vooral uit feiten of meningen?
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!

Slide 8 - Open vraag

Waar verwijzen de volgende verwijswoorden naar?
dat (r. 4)
deze (r. 12)
dat (r. 15)
die (r. 33)

Slide 9 - Open vraag

In regel 36 van de tekst staan 4 signaalwoorden. Noteer deze signaalwoorden en noteer van wat voor tekstverband er sprake is.

Slide 10 - Open vraag

Zoek zelf een signaalwoord in alinea 3 (het signaalwoord en mag niet) en noteer van welk verband er sprake is.

Slide 11 - Open vraag

Noteer van elke zin uit alinea 3 of het om een hoofd- of een bijzaak gaat.

Slide 12 - Open vraag

Wat is de functie van alinea 6 en 7?

Slide 13 - Open vraag

Maak een goedlopende samenvatting van alinea 6 en 7.

Slide 14 - Open vraag

Probeert de schrijver je aan te zetten tot actie? Zo ja, tot welke actie en hoe doet hij dat?
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!

Slide 15 - Open vraag

Wat is het tekstdoel van deze tekst? Leg je antwoord uit.
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!

Slide 16 - Open vraag