In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom v3t!
Slide 1 - Tekstslide
Programma
SO werkwoordspelling
Oefenen leesvaardigheid
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Oefenen leesvaardigheid
Boekopdracht schrijven in de les
Afsluiting en vooruitblik
Slide 3 - Tekstslide
SO werkwoordspelling
Je krijgt voor de SO 15 minuten de tijd.
Schrijf netjes en met een blauwe of zwarte pen.
Als je klaar bent, leg je het SO op de hoek van je tafel en ga je lezen in je leesboek.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst? Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!
Slide 5 - Open vraag
Noteer de regels van de inleiding, de kern en het slot. Doe dat op deze manier: inleiding: regel ... t/m ... kern: regel ... t/m ... slot: regel ... t/m ...
Slide 6 - Open vraag
Op welke vraag probeert de schrijver antwoord te geven? Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!
Slide 7 - Open vraag
Komt de schrijver tot een duidelijke conclusie? Zo ja, welke? Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!
Slide 8 - Open vraag
De schrijver weerlegt het argument dat je geen brood zou moeten eten vanwege de gluten die erin zitten. Welk argument geeft hij wél om te stoppen of minderen met brood eten? Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!
Slide 9 - Open vraag
Waarom adviseert de schrijver je boterhammen vooral dik te beleggen? Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!
Slide 10 - Open vraag
Bestaat de tekst vooral uit feiten of meningen? Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!
Slide 11 - Open vraag
Waar verwijzen de volgende verwijswoorden naar? dat (r. 4) deze (r. 12) dat (r. 15) die (r. 33)
Slide 12 - Open vraag
In regel 36 van de tekst staan 4 signaalwoorden. Noteer deze signaalwoorden en noteer van wat voor tekstverband er sprake is.
Slide 13 - Open vraag
Zoek zelf een signaalwoord in alinea 3 (het signaalwoord en mag niet) en noteer van welk verband er sprake is.
Slide 14 - Open vraag
Noteer van elke zin uit alinea 3 of het om een hoofd- of een bijzaak gaat.
Slide 15 - Open vraag
Wat is de functie van alinea 6 en 7?
Slide 16 - Open vraag
Maak een goedlopende samenvatting van alinea 6 en 7.
Slide 17 - Open vraag
Probeert de schrijver je aan te zetten tot actie? Zo ja, tot welke actie en hoe doet hij dat? Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!
Slide 18 - Open vraag
Wat is het tekstdoel van deze tekst? Leg je antwoord uit. Geef antwoord in één of meer volledige zinnen!
Slide 19 - Open vraag
Boekopdracht periode D
Zet bovenaan je document je naam en je klas.
Vermeld vervolgens de titel en de naam van de auteur.
Leg de titel uit (titelverklaring).
Maak daarna een SYNOPTISCHE SAMENVATTING van je boek (zie theorie p. 28).
Schrijf netjes in goede Nederlandse zinnen met juiste interpunctie en spelling.
Je boekopdracht bevat in totaal 300-400 woorden. Dat aantal woorden vermeld je onderaan.
Slide 20 - Tekstslide
Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 19 juni
Huiswerk: leesboek uit!
Meenemen: laptop, leesboek, boek en pen
Programma: boekopdracht in de les + oefenen leesvaardigheid
Slide 21 - Tekstslide
Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 20 juni
Huiswerk: inleveren boekopdracht via SOM (voor het begin van de les)