WH questions

Learning the Wh questions

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Learning the Wh questions

Slide 1 - Tekstslide

WH questions
Leerdoel: Ik kan de WH question words  toepassen in een zin
I can use English question words in speaking and writing.

Slide 2 - Tekstslide

Show what you know! Wat betekent ...

who
A
wie
B
wat
C
waar
D
wanneer

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent ...

what
A
wie
B
wat
C
waar
D
wanneer

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent ...

where
A
wie
B
wat
C
waar
D
wanneer

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent ...

when
A
wie
B
wat
C
waar
D
wanneer

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent ...

waarom
A
which
B
where
C
why
D
how

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent ...

welke
A
which
B
where
C
why
D
how

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent ...

hoe
A
which
B
where
C
why
D
how

Slide 9 - Quizvraag

The Wh questions

De W vragen
Engels
Nederlands
who
wie
what
wat
when
wanneer
where
waar
why
waarom
which
welke
how
hoe

Slide 10 - Tekstslide

Op de volgende slides ga je oefenen met het toepassen van de Wh questions

Slide 11 - Tekstslide

_____ do you live? I live in London.
A
Where
B
Who
C
What

Slide 12 - Quizvraag

____ are you going to the concert?
I'm going to the concert next week.
A
Where
B
When
C
What

Slide 13 - Quizvraag

_____ is Nancy reading?
She is reading a newspaper.
A
What
B
When
C
Who

Slide 14 - Quizvraag

_______ are they speaking with?
They are speaking with their friends.
A
What
B
Where
C
Who

Slide 15 - Quizvraag

____ are you talking about?
We are talking about the weather.
A
Who
B
What
C
Where

Slide 16 - Quizvraag

____ will you be home?
I will be home in two hours
A
Where
B
What
C
When

Slide 17 - Quizvraag

______ did Mary see at the beach?
Mary saw Thomas at the beach.
A
Who
B
When
C
What

Slide 18 - Quizvraag

_____ did you go last night?
We went to a cafe.
A
Where
B
When
C
What

Slide 19 - Quizvraag

_____ did you tell her?
I told her yesterday.
A
Where
B
When
C
What

Slide 20 - Quizvraag

______ did you tell her?
I told her the truth.
A
Where
B
When
C
What

Slide 21 - Quizvraag

Welke WH woorden heb je geleerd?

Slide 22 - Open vraag

The Wh questions

De W vragen
Engels
Nederlands
who
wie
what
wat
when
wanneer
where
waar
why
waarom
which
welke
how
hoe

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoel gehaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Stepping Stones
Wat: opdr. 62a,b,c,d (blz. 76) 
Hoe: alleen 
Hulp: de juf (of  je buurman/vrouw - fluisteren)

Klaar: wacht even

Slide 26 - Tekstslide

Interview
Wat: schrijf minimaal 5 interview vragen
In het Engels
Hoe: alleen 
Hulp: de juf (of  je buurman/vrouw - fluisteren)

Klaar: wacht even

Slide 27 - Tekstslide

Interview
Wat: Stel de interview vragen aan je buurman/vrouw 
Schrijf de antwoorden achter je vragen
In het Engels
Hoe: in tweetallen




Slide 28 - Tekstslide