3.6 De ontwikkeling van de economie

3.6
De ontwikkeling van de economie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.6
De ontwikkeling van de economie

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zat het ook weer?
Alle landen in Zuid-Amerika zijn qua welvaart en welzijn te rekenen tot 
semiperiferie.

Venezuela staat hier hoger maar Brazilië is stabieler, waarom?

Wat zie je niet in deze cijfers?







Venezuela draait om de olie, Brazilië is meer divers.
Grote sociale en regionale verschillen (ongelijkheid).

Slide 2 - Tekstslide

Dekolonisatie

Slide 3 - Tekstslide

De ontwikkeling van de economie
De ontwikkeling van de economie is in te delen in drie periodes:
  1. Economische stagnatie
  2. Snelle economische groei
  3. Onzekere economische toekomst

Slide 4 - Tekstslide

Geef twee nadelen van het exportpakket van veel Zuid -Amerikaanse landen.

Slide 5 - Open vraag

De ontwikkeling van de economie
Economische stagnatie
Economische groei (na 1990)
Onzekere toekomst
Negatieve handelsbalans
Stijgende grondstofprijzen
Afkoeling Chinese economie
Mislukte importsubstitutie
Komst multinationals (mno's)
Wereldwijde recessie
Fragmentarische modernisering
(Te) snelle tertiairisering
Bedreiging bereikte sociale verbeteringen
Dé-agrarisatie
China wordt heel belangrijk in de wereldeconomie. Zij kopen veel grondstoffen in Zuid-Amerika (primaire sector) om productie in de secundaire sector (industrie) te maken.

Slide 6 - Tekstslide

1. Economische stagnatie

In de 19e eeuw werden veel landen in Zuid-Amerika politiek onafhankelijk maar pas in de 20e eeuw ook economisch onafhankelijk!


Het uitblijven van een meer op zichzelf draaiende economie bleef dus nog even uit in de 19e eeuw. Hoe zag de economische situatie eruit?

  • Z-Am exporteert vooral landbouwproducten en grondstoffen.
  • Z-Am importeert industriegoederen
  • Centrum - periferierelatie bleef bestaan.


Het moederland is het centrum (Bijv. Portugal) en de periferie is de oud-kolonie (bijv. Brazilië). De periferie blijft dus voor het moederland grondstoffen leveren en het centrum blijft industriële producten terugleveren.
Door de vele import van dure goederen en export van goedkope grondstoffen hadden landen in Zuid-Amerika vaak een negatieve handelsbalans (de waarde van invoer-uitvoer)

Slide 7 - Tekstslide

1. Economische stagnatie
Na WO2 >Zuid Amerikaanse landen gingen eindproducten maken ipv importeren = importsubstitutie
Kostte veel geld: import van machines nodig > schulden bij buitenlandse bedrijven
Mechanisering van landbouw > gevolg: veel mensen verloren hun baan > trek naar de stad
Conclusie: importsubstitutie bleek mislukt
Gevolg: Wereldbank liet Zuid Amerika de grenzen openen voor buitenlandse investeerders.

Slide 8 - Tekstslide

Economische stagnatie
  • Negatieve handelsbalans
  • Mislukte importsubstitutie
  • Fragmentarische modernisering
  • Deagrarisatie

Slide 9 - Tekstslide

Centrum-periferie relatie
Mede door de centrum-periferierelatie kwam er ongelijkheid: 
  • Een deel van de bevolking ging mee met de centruminvloeden en werden meer westers. Dit noemen we fragmentarische modernisering. Dat zien we terug in het economisch dualisme: moderne en traditionele landbouw staan naast elkaar.
  • Armen gingen niet naar school en hadden slechte banen.
Fragment=een stukje. Dus fragmentarische modernisering betekent dat stukken van de economie moderniseren (in dit geval is moderniseren dus verwesteren). Er wordt dan gebruik gemaakt van westerse ideeën of hulpmiddelen zoals machines.

Slide 10 - Tekstslide

Duale economie - traditioneel
Duale economie - modern

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een 'duale economie'?
A
Een economie waarbij twee sectoren belangrijk zijn
B
Een economie waarbij zowel de traditionele als de moderne sector bestaan
C
Een economie waarbij de formele en informele sector samen belangrijk zijn

Slide 12 - Quizvraag

De-agrarisatie

Een proces waarbij de eenzijdige gerichtheid op de landbouw en de afhankelijkheid van de plattelandssamenleving van de agrarische sector zodanig afneemt dat deze sector van ondergeschikte betekenis is geworden.

Slide 13 - Tekstslide

Mechanisatie in landbouw   -> dé- agrarisatie
Waarom de overgang naar machines?  bevolkingsgroei
In welk economische sector gaan mensen dan werken? tertiaire sector/ dienstensector. 

Slide 14 - Tekstslide

Importsubstitutie houdt in dat
A
een land zich steeds meer gaat richten op het importeren van goederen
B
een land producten zelf gaat maken ipv deze te importeren
C
in plaats van import nu voor export werd gekozen

Slide 15 - Quizvraag

Importsubstitutie werkte onder andere niet want
het leidde tot
A
goedkope producten
B
deflatie
C
werkloosheid
D
daling kwaliteit producten

Slide 16 - Quizvraag

Een nadeel van importsubstitutie is
A
producten zijn moeilijk verkrijgbaar
B
producten gaan vooral naar het buitenland
C
producten zijn duur en van slechte kwaliteit

Slide 17 - Quizvraag

Wat is géén gevolg van de-agrarisatie?
A
Afname werkgelegenheid
B
Toename import voedsel
C
Daling kindersterfte
D
Toename belang tertiaire sector

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een 'duale economie'?
A
Een economie waarbij twee sectoren belangrijk zijn
B
Een economie waarbij zowel de traditionele als de moderne sector bestaan
C
Een economie waarbij de formele en informele sector samen belangrijk zijn
D
Het los zien van lichaam en geest in de economie

Slide 19 - Quizvraag

2. Economische groei
  • Stijgende grondstofprijzen
  • Komst mno's -> model vliegende ganzen
  • (Te) snelle tertiairisering

Slide 20 - Tekstslide

Het exportpakket van veel Zuid -Amerikaanse landen is
A
eenzijdiger geworden
B
diverser geworden
C
geen van beide

Slide 21 - Quizvraag

Sociale ongelijkheid
Neemt af.
2012
De armste 80% van de bevolking verdient 60% van het totale inkomen. De rijkste 20% de overige 40% van het inkomen.
2002
De armste 80% van de bevolking verdient 30% van het totale inkomen. De rijkste 20% verdient de overige 70% van het totale inkomen.
Informele sector niet te vergeten!

Slide 22 - Tekstslide

Snelle economische groei

Waarom willen Europese bedrijven graag naar Brazilië?

Waarom hebben de Brazilianen zulke hoge importheffingen ingesteld voor buitenlandse bedrijven?

Hoe ontlopen Europese bedrijven de hoge importheffingen?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Waarom willen Europese bedrijven graag naar Brazilië?

Slide 25 - Open vraag

Waarom hebben de Brazilianen zulke hoge importheffingen ingesteld?

Slide 26 - Open vraag

Hoe ontlopen Europese bedrijven de hoge importheffingen?

Slide 27 - Open vraag

De politieke invalshoek
Kun je een politieke reden noemen die economische ontwikkeling in veel Zuid-Amerikaanse landen in de weg staat?
  • Corruptie
  • Cliëntelisme
  • Bureaucratie

Slide 28 - Tekstslide

3. Onzekere economische toekomst.


Snelle economische groei neemt af:


1) Door de daling van grondstofprijzen door "afkoelen" Chinese economie


2) Door de wereldwijde economische recessie nemen buitenlandse directe investeringen af

China wordt heel belangrijk in de wereldeconomie. Zij kopen veel grondstoffen in Zuid-Amerika (primaire sector) om productie in de secundaire sector (industrie) te maken.

Slide 29 - Tekstslide

In welk deel van het wereldsysteem is er het vaakst sprake van fragmentarische modernisering?
A
Centrum
B
Semi-periferie
C
Periferie

Slide 30 - Quizvraag

Wat is geen reden voor een onzekere economische toekomst.
A
Tertiairisering
B
Grote dienstensector
C
Vrije wereldmarkt
D
Grote informele sector

Slide 31 - Quizvraag

Wanneer het beleid gericht is op het zelf maken van producten i.p.v deze te importeren noem je dat........
A
importheffing
B
exportvalorisatie
C
good governance
D
importsubstitutie

Slide 32 - Quizvraag

Importsubstitutie houdt in dat
A
een land zich steeds meer gaat richten op het importeren van goederen
B
een land producten zelf gaat maken ipv deze te importeren
C
in plaats van import nu voor export werd gekozen

Slide 33 - Quizvraag