SBK1 - meervouden

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Als er van iets één is, dan noem je dat enkelvoud
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Soms moet je een -s veranderen in een -z wanneer je een woord in het meervoud schrijft.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

winkel
hand
slager
tijger
bank
papier
-s
-en
-s
-en
-s
-en

Slide 4 - Sleepvraag

In welke twee zinnen is een fout gemaakt met het meervoud?
A
Je kunt deze trui bestellen in verschillende maaten.
B
Op het plein in de stad zitten veel duiven.
C
Mijn ouders hebben twee vijfers in de tuin.
D
Pippa draagt meerdere kettingen over elkaar heen.

Slide 5 - Quizvraag

Noteer het meervoud van het woord tussen haakjes.
Quincy is dol op ... (framboos)

Slide 6 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord tussen haakjes.
Mila houdt heel veel van ... (braam).

Slide 7 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord tussen haakjes.
Maar Kelly vindt ... (druif) het lekkerst.

Slide 8 - Open vraag

Welke vorm van het meervoud is fout?
A
lepelen
B
messen
C
vorken

Slide 9 - Quizvraag

Welke vorm van het meervoud is fout?
A
bekers
B
prijzen
C
winnaren

Slide 10 - Quizvraag