Nederlands les 1 lezen

Welkom 2kd!
- Microfoon graag uit
- Camera aan :)
We starten om 12.20u!!

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2kd!
- Microfoon graag uit
- Camera aan :)
We starten om 12.20u!!

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 2kd!
- Microfoon graag uit
- Camera aan :)
We starten om 12.20u!!

Slide 2 - Tekstslide

Welkom 2kd!
- Microfoon graag uit
- Camera aan :)
We starten om 12.20u!!

Slide 3 - Tekstslide

Programma van vandaag 
1. Absentie 
2. Uitleg fictieopdracht
3. Lezen blok 3 instructie
4. Lezen opdrachten maken
5. Vragen?

Slide 4 - Tekstslide

Programma van vandaag 
1. Absentie 
2. Uitleg fictieopdracht
3. Lezen blok 3 instructie
4. Lezen opdrachten maken
5. Vragen?

Slide 5 - Tekstslide

Fictieopdracht
1. Kies een boek die je gaan lezen
2. Laat dit boek door je docent controleren
3. Kies een van de 5 opdrachten die je over dit boek gaat maken.
4. Deze opdracht vind je op ELO in Magister
5. inleveren: deadline is voor 19 februari 18.00u!

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik: Over Taal blok 4

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het woord 'dan'?
bij:
A
mooier dan
B
kleiner dan
C
net zo
D
niet zo

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer gebruik je het woord 'als'
bij:
A
vier keer zo groot als
B
anders als ik dacht
C
net zo mooi als
D
niet zo lang als

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent:
'De docent heeft bevestigd?'
A
zegt dat het niet klopt
B
zegt dat het waar is
C
opmerking over wat fout is
D
zegt dat het niet waar is

Slide 10 - Quizvraag

'Pas op je mag beslist niet zonder licht fietsen.'
A
dat je soms niet met licht hoeft te fietsen
B
dat je wel zonder licht mag fietsen
C
dat je zeer zeker niet zonder licht mag fietsen
D
dat je zelf mag kiezen zonder licht of met licht.

Slide 11 - Quizvraag

Kritiek =
A
Enerzijds
B
Anderzijds
C
Een standpunt
D
Een opmerking over wat fout is.

Slide 12 - Quizvraag

beïnvloeden =
A
proberen te veranderen
B
een knelpunt
C
iets maken
D
heeft met eb en vloed te maken.

Slide 13 - Quizvraag

Maak een zin met het woord: 'ontwikkeling' waaruit de betekenis van het woord duidelijk wordt.

Slide 14 - Open vraag

Nakijken
Antwoorden Over Taal blok 4

Opdracht 1

1 bevestigd (bevestigen) = gezegd dat het waar is
2 ontkent (ontkennen) = zegt dat het niet waar is
3 beslist = zeer zeker
4 enerzijds = aan de ene kant
    anderzijds = aan de andere kant
5 tegenstrijdig = niet kloppend
6 het standpunt = de mening
7 de uitspraak = iets wat iemand zegt
8 kritiek = opmerking over wat er fout is
9 het knelpunt = de plek waar de problemen zitten
10 beïnvloeden = proberen te veranderen


Slide 15 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 2
1 bevestigt – ontkent
2 het compliment – de kritiek
3 misschien – beslist




Slide 16 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 4
1 emotie = sterk gevoel
2 minstens = niet minder dan
3 favoriete (favoriet) = leukste
4 volgens = zoals iemand zegt
5 (de) afschuw = een heel naar gevoel van schrik en woede
6 doorheeft (doorhebben) = snapt
7 dappere (dapper) = moedig
8 roepen herinneringen op (herinneringen oproepen) = gevoelens of gedachten naar boven halen
9 (de) vondst = iets wat je gevonden of bedacht hebt
10 (het) hoofdkwartier = de plaats van waaruit zaken geregeld worden

Slide 17 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 5
1 De zomervakantie duurt langer dan de meivakantie.
2 Een broodje op het station is bijna twee keer zo duur als een broodje in de kantine
3 Onze voorstelling was veel leuker dan die van de andere groep.
4 In Friesland is het niet zo druk als in de Randstad.
5 Ik vier mijn verjaardag op een andere manier dan ik eerst van plan was.
6 Spreek jij net zo goed Spaans als Nederlands?

Slide 18 - Tekstslide

Lezen blok 3

blz. 136

Slide 19 - Tekstslide

Doel
1. Je kunt uitleggende teksten herkennen.
2. Je ziet het verschil tussen hoofd- en bijzaken in een tekst
3. Je weet wat een kernzin is.
4. Je kan vertellen waar in een tekst de kernzin staat.

Slide 20 - Tekstslide

Lezen
Hoofdzaak = de belangrijkste info van een tekst
Bijzaak = de minder belangrijke info van een tekst

Kernzin: de hoofdzaak staat vaak in de eerste of laatste zin. Dit noem je de 'kernzin'

Slide 21 - Tekstslide

Maken = huiswerk voor morgen
Lezen blok 3 opdrachten:
1, 2, 3, 5, 6, 7(alleen 1,2,3) , 8

Slide 22 - Tekstslide

Vragen?
1. Zijn er vragen?
2. Morgen gaan we aan de slag met lezen blok 4

Dank voor jullie aandacht en tot morgen!




Slide 23 - Tekstslide