In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Guten Tag!
Setzt euch bitte (ga zitten)
Handy in Telefontasche
Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Heft, Laptop)
Laptop geschlossen
Rucksack auf dem Boden
Slide 1 - Tekstslide
Was machen wir heute?
- Wiederholung Vokabeln 5
- Video + Text Bern 20
- üben mündliche Prüfung 15
- Evaluieren 5
Slide 2 - Tekstslide
Kapitel 3 : Bern
Lernziele
- ik ken een aantal wetenswaardigheden over de stad Bern
- ik heb geoefend met uitspraak, lees- en luistervaardigheid
- ik heb mijn eerste opzet/plan voor mijn mondeling klaar
Slide 3 - Tekstslide
Welche ........magst du am liebsten? Ich Schokolade.
Gesunde .......ist sehr wichtig gegen Krankheiten.
Unser....... braucht Zucker, aber nicht zu viel.
Ich habe das ........, dass ich Zucker brauche, ich bin schwindelig (duizelig).
Rauchen ist nicht gut für die ......
Körper
Gesundheit
Süßigkeiten
Gefühl
Ernährung
Slide 4 - Sleepvraag
Im Winter musst du warme Kleidung .....
A
brauchen
B
anziehen
C
empfehlen
Slide 5 - Quizvraag
Brot, Käse und Milch sind gesunde....
A
Süßigkeiten
B
Nahrungsmittel
C
Ernährung
D
Körper
Slide 6 - Quizvraag
Die Menschen werden......älter als früher.
A
fast
B
brauchen
C
anziehen
D
heutzutage
Slide 7 - Quizvraag
Diese Nahrungsmittel enhalten ....keinen Zucker.
A
brauchen
B
fast
C
heutzutage
D
empfehlen
Slide 8 - Quizvraag
Aufgabe 6 S. 115 + Wir schauen das Video über Bern.
Wir lesen den Text in Zweiergruppen:
Person A/ Person B / Person A etc.
Onderstreep de woorden waarvan je de uitspraak lastig vindt.
Fertig? Macht zusammen Aufgabe 7.
Wir machen zusammen das Quiz.
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
Bern ist eine......Stadt.
A
moderne
B
alte
Slide 10 - Quizvraag
Die ersten Berner Bären....
A
wurden 'Bärn' genannt
B
lebten mitten in der Stadt
Slide 11 - Quizvraag
Man sagt 'Grüessechi' wenn man
A
jemanden begrüßt
B
wenn man weggeht
Slide 12 - Quizvraag
Das Matterhorn ist.... Berg der Schweiz.
A
ein berühmter
B
der höchste
Slide 13 - Quizvraag
Die Schweiz ist bekannt für ihren......
A
Käse und Schokolade
B
Käse und Wein
Slide 14 - Quizvraag
Das orange Straßenbild ......
A
zeigt den Weg zum Fußballstadion
B
erinnert an die Europameisterschaft
Slide 15 - Quizvraag
Für einen richtigen Berner ist das Schwimmen in der Aare.....
A
langweilig
B
ein Muss
Slide 16 - Quizvraag
Maak je plan voor het mondeling zover af, zodat je in de volgende les (laatste les voor mondeling) je gesprek aan een ander 2-tal kunt presenteren (hoeft nog niet uit hoofd).
Slide 17 - Tekstslide
Hoever ben je met je mondeling?
Wat heb je van deze les geleerd?
Wat vond je van deze manier van lezen?
Slide 18 - Tekstslide
Nächste Stunde(n)
naamvallen + oefenen mondeling
Wirft Müll weg!
Wartet bis es klingelt!
Stellt die Stühle unter den Tisch!
Danke schön !
Slide 19 - Tekstslide
Voorzetsels met 3e naamval zijn:
A
aus, bei, mit
B
nach, seit, durch
C
von, zu, um
D
gegen, aus, mit
Slide 20 - Quizvraag
Voorzetsels met 4e naamval zijn:
A
durch, für
B
gegen, ohne
C
um, aus
D
zu, mit
Slide 21 - Quizvraag
Selbstständig machen
We nemen kort de stappen door.
Aufgabe 9,10,11 (S. 119/120) mbv naamvallenstencil (zie Magister vandaag)