Kapitel 4 les 3

• Duits
• Secondary Education

Kapitel 4 les 3

Herzlich wilkommen!

Was machen wir heute? 

• Wortschatz
• Hören
• Grammatik

Lernziel:

• Du kannst einfaches Programm über ein kulturelles Thema verstehen
• Du kannst die Wörter aus der Lernliste aktiv benutzen

Wortschatz

Was?	Seite 17/ 18 Aufgabe 7-9
Wie?	allein oder zu zweit
Wie lange?	10 Minuten
Hilfe?	Schau ins Buch Seite 48
Fertig?	Wörterliste Seite 48 Wörter lernen

Hören

Seite 20

 Aufgabe 14, 15

Grammatik

Was?	Seite 26 Aufgabe 18 / 19
Wie?	allein oder zu zweit
Wie lange?	5 Minuten
Hilfe?	Schau ins Buch Seite 145
Fertig?	google classroom

Naamvallen

1. Lees de tekst en vat de tekst in 5 zinnen in NL samen

2. Onderstreep alle lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden.  

3. Kan je de juiste vormen in de tabellen invullen en schrijf de regel op voor het ontleden van zinnen.

4. Maak de opdrachten op het blad.

Ontleden ja/nee?

Om te bepalen welke naamval je voor een zinsdeel moet gebruiken: 

stap 1: Zoek naar een voorzetsel in het zinsdeel (dit heb jij gedaan!) 

stap 2:  Als er geen voorzetsel is, ontleed je de zin: je zoekt onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.

stap 2: Als er geen voorzetsel is, ontleed je de zin: je zoekt onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp

• onderwerp: 1e naamval
  
• meewerkend voorwerp: 3e naamval
  
• lijdend voorwerp: 4e naamval
  

Ontleden (net als in het Nederlands)

Ich habe meiner Mutter eine Zeitung gekauft

Ik heb voor mijn moeder een krant gekocht

[onderwerp]   [meew. vw]      [lijdend vw]

         1e                            3e                           4e

Wortschatz

Was?	Seite 17-18 Aufgabe 6 / 7
Wie?	allein
Wie lange?	10 Minuten
Hilfe?	Schau ins Buch Lernliste Seite 148 / 149
Fertig?	Wörterliste Seite 148 Wörter lernen