Herhaling Stijl, Bauhaus, Fuctionalisme, Surrealisme

• Handvaardigheid
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wat bedoelen ze bij Bauhaus met totaalbouw?

1. Alles wordt tegelijkertijd gemaakt.
2. Alle disciplines staan in dienst van de architectuur.
3. Alle disciplines werken met dezelfde beeldaspecten.

Waarom werken ze veel met toegepaste kunst bij Bauhaus?

1. Dat paste het best bij de totaalbouw.
2. Met toegepaste kunst konden ze makkelijker de lessen op elkaar laten aansluiten.
3. Ze wilden de gewone mensen na WOI iets moois bieden in hun woonomgeving.

Welke kenmerken passen bij Bauhaus?

1. Open constructies, strak en functioneel.
2. Massaproductie, goedkope materialen, functioneel.
3. Veel metaal, donkere kleuren en functioneel.

De Stijl wilde een universele beeldtaal.
Waarom?

1. Zo werd alle kunst hetzelfde geïnterpreteerd en zou er geen oorlog meer ontstaan.
2. Ze wilden dat de grenzen tussen landen verdwenen.
3. Ze dachten dat hun beeldtaal ervoor zorgde dat kunst toegankelijk werd voor iedereen.

De Stijl werkte compleet abstract. Wat was hun inspiratie?

1. De kern van de schilderkunst.
2. Het leven om zich heen.
3. Ze waren alleen op zoek naar goede composities.

De Stijl werd ook gebruikt in toegepaste kunst en architectuur. Waarom is dat logisch?

1. Ze willen een nieuwe beeldtaal, dat willen ze op zoveel mogelijk manieren laten zien.
2. Het zijn strakke, geometrische vormen, die zijn goed toe te passen binnen deze disciplines.
3. Deze disciplines werken ook altijd met evenwichtige composities.

Hoe kun je het functionalisme het beste omschrijven?

1. Licht, lucht en ruimte.
2. Licht, ruimte en stad.
3. Licht, lucht en stad.

Hoe heet de constructie die ervoor zorgt dat er vliesgevels mogelijk zijn?

1. Wervelbouw
2. Geraamtebouw
3. Skeletbouw

Wat zijn vliesgevels?

1. Een dunne, niet dragende wand.
2. Dat alle gevels hetzelfde zijn.
3. Wand met alleen maar glas.

Waar zorgt form follows function in het functionalisme voor?

1. Grote gebouwen, die voor algemeen gebruik zijn, zoals ziekenhuizen of fabrieken.
2. Hoogbouw zonder veel versieringen.
3. Blokachtige gebouwen, zonder versieringen.

Welke twee subgroepen zijn er binnen het surrealisme?

1. Dromen en automatisme.
2. Dromen en verrassing.
3. Dromen en toeval.

Waarom is het onderbewuste belangrijk bij het surrealisme?

1. Ze wilden spontane, onoverdachte werken maken.
2. Ze dachten dat alles door het onderbewuste werd geleid, dat wilden ze laten zien.
3. Ze dachten dat het onderbewuste de ware aard van de kunst kon tonen.

Wat wordt bedoeld met vervreemding?

1. Dat het realistisch lijkt, maar er elementen zijn die niet kloppen.
2. Dat het zo echt lijkt dat het bijna een foto is.
3. Dat er rare onderwerpen getoond worden.