10.6 Hersenen veranderen

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom 

Denk om…

Je jas uit, pet af.

Mobiel in de telefoontas (op stil).

Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.

Zitten op je eigen plek!

Eten en drinken doe je in de kantine.

5 minuten de tijd.

Welkom!

10.6 Hersenen veranderen

Wat gaan we leren vandaag?

• De leerlingen kennen de 3 delen van de hersenen
• De leerlingen kunnen uitleggen wat verschillende hersengebieden zijn.
• De leerlingen kunnen iets uitleggen over hoe onze hersenen signalen verzenden en ontvangen 
• De leerlingen weten hoe onze hersenen zich ontwikkelen in verschillende fasen (kindertijd, puberteit, volwassen)

De hersenen

Onze hersenen bestaan uit 

3 delen:

- grote hersenen

- kleine hersenen

- hersenstam

De grote hersenen

De buitenkant van de grote hersenen heet de hersenschors. Die is onderverdeeld in gebieden die elk een eigen taak hebben.

In de grote hersenen worden oa ons zien, denken, voelen, gedrag en spreken geregeld.

Hersengebieden

Dit is de meest eenvoudige manier om weer te geven dat elk deel in de hersenen een eigen taak hebben. 

In de praktijk zijn dit de gebieden die tijdens een taak het meeste actief zijn, maar niet alleen maar.

Kleine hersenen

Onze kleine hersenen (Cerebellum) zorgt voor de coordinatie van bewegingen. 

DE HERSENSTAM

*Geleidt impulsen van en naar ruggenmerg

*Geleidt impulsen van en naar delen in het hoofd en

  de hals

* Stuurt levensfuncties aan: hartslag, ademhaling, bloeddruk en lichaamstemperatuur  

Maak opdracht 1 tot en met 10

Hoe?                    Alleen                 

Hoe lang?         ong. 10 minuten

Vraag?                Vraag het fluisterend aan je buurman/vrouw.

                               Weet die het ook niet? Steek dan je vinger op

Klaar?                 Test jezelf maken.

https:

Maken: opdracht 6 t/m 12

Hoe?                       Alleen

Hoe lang?            ong. 10 minuten

Vraag?                   Vraag het fluisterend aan je buurman/vrouw.

                                 Weet die het ook niet? Steek dan je vinger op

Klaar?                    Kijk nog eens naar paragraaf 1, probeer in een                                     paar zinnen de paragraaf te samenvatten