Basisstof 4: De hersenen

Thema 10: Regeling
Basisstof 4: De hersenen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 10: Regeling
Basisstof 4: De hersenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • De delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken;
  • De invloed van verdovende, stimulerende en bewustzijnsveranderende middelen op het zenuwstelsel beschrijven;
  • De risico's van het gebruik van verslavende middelen noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Hersenstam
De hersenstam ligt in het verlengde van het ruggenmerg.
  • Geleidt impulsen van het ruggenmerg naar de grote en kleine hersenen (en andersom);
  • Geleidt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen in hoofd en hals naar de grote en kleine hersenen;
  • Geleidt impulsen die afkomstig zijn van de grote en de kleine hersenen naar spieren en klieren in hoofd en hals.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Grote hersenen
De hersenschors bevat veel grijze stof, in het binnenste gedeelte ligt de witte stof.
  • De grote hersenen verwerken impulsen van zintuigen en maken je bewust van een prikkel. 
  • De impulsen worden verwerkt in hersencentra.
  • Gevoelscentra ontvangen informatie van zintuigen.
  • Bewegingscentra sturen spieren of klieren aan.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Kleine hersenen
De kleine hersenen zorgen ervoor dat alle bewegingen die je maakt op elkaar zijn afgestemd: coördinatie

Slide 8 - Tekstslide

Beïnvloeding van het zenuwstelsel
Stoffen die de werking van je zenuwstelsel beïnvloeden zijn bijvoorbeeld:
  • Medicijnen (sommige medicijnen veranderen je waarnemingsvermogen en je reactievermogen)
  • Tabak
  • Drugs
  • Alcohol
Deze stoffen remmen of stimuleren het doorgeven van impulsen.
  • Dit beïnvloedt de manier waarop je hersenen informatie verwerken.

Slide 9 - Tekstslide

Beïnvloeding van het zenuwstelsel
Drugs beïnvloeden de werking van het CZS.
  • Verdovende middelen: geven een ontspannen gevoel, maken je rustig en blij. Hartslag en ademhaling worden langzamer.
  • Stimulerende middelen: geven je het gevoel van meer energie en zelfvertrouwen. Hartslag en ademhaling gaan sneller.
  • Bewustzijnsveranderende middelen: zorgen voor veranderde waarnemingen door de hersenen, je stemming verandert, je ziet dingen die er niet zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Beïnvloeding van het zenuwstelsel
Bij (overmatig) gebruik van deze middelen zijn er gezondheidsrisico's en is er kans op verslaving.
  • Lichamelijk afhankelijk: je krijgt ontwenningsverschijnselen als je stopt met het middel. Je gaat bijvoorbeeld trillen of je wordt misselijk.
  • Geestelijk afhankelijk: je hebt het gevoel dat je niet meer zonder kan. Je voelt je bijvoorbeeld down of onrustig.

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 t/m 4 van thema 10
Hoe: Fluisteren met je buur
Tijd: 15 minuten
Hulp: Kijk in je boek, vraag je buur of steek je vinger op
Klaar: Nakijken en verbeteren, bassistof 5 lezen
Uitkomst: Basisstof 1 t/m 4 van thema 10 zijn af

Slide 12 - Tekstslide