Taal blok 6 herhalen

Woordenschat 
Thema Helden
Thema: Helden 
Woordenschat
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat 
Thema Helden
Thema: Helden 
Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Ik herhaal de woordenschat.
  • Ik oefen met taal verkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 3 - Tekstslide


Ajax triomfeerde zondag!
A
Ajax verloor zondag!
B
Ajax won zondag!

Slide 4 - Quizvraag


Als iets heel bijzonder is, is het ...
A
buitengewoon
B
verbluffend
C
heroïsch
D
spraakmakend

Slide 5 - Quizvraag

Dit is een ...

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide


Waar staat deze krans symbool voor?
A
rijkdom
B
macht
C
overwinning
D
ode

Slide 8 - Quizvraag


Op een voetstuk plaatsen
A
Een overwinning behalen
B
Iemand erg bewonderen
C
Tegen iemand opkijken
D
Goed of fijn vinden

Slide 9 - Quizvraag


Wat is een ander woord voor heroïsch?
A
heerlijk
B
lofzang
C
miskend
D
heldhaftig

Slide 10 - Quizvraag


Doorgaan met iets, ook als het moeilijk wordt.
A
volharden
B
nastreven
C
ophemelen
D
vereren

Slide 11 - Quizvraag


Wat is het tegengestelde van uitmuntend?
A
laf
B
perfect
C
heel slecht
D
ondergewaardeerd

Slide 12 - Quizvraag


Het is nog niet beter gegaan.
A
tegendraads
B
onthutsend
C
onovertroffen
D
astronomisch

Slide 13 - Quizvraag


Wat is het tegengestelde van uitmuntend?
A
laf
B
perfect
C
heel slecht
D
ondergewaardeerd

Slide 14 - Quizvraag

Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Mijn zusjes is irritanter dan ik.
Welke trap?
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
D
geen trap

Slide 16 - Quizvraag

In welke zin staat een vergrotende trap van vergelijking?
A
De film is heel spannend.
B
Gisteren was het wel veel spannender.
C
Morgen is de film het spannendst.

Slide 17 - Quizvraag

In welke zin staat een overtreffende trap?
A
Piet is heel goed in schaken.
B
Jan is het best in schaken.
C
Henk is nog beter in schaken.
D

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de vergrotende en overtreffende trap van graag?
A
grager, graagst
B
beter, best
C
liever, liefst
D
graagst, grager

Slide 19 - Quizvraag

timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 21 - Woordweb