6.4 Procenten en aantallen

Welkom m1b!
Ga rustig op je eigen plek zitten. 
Leg je boek, schrift en werkboek klaar. 
Pak je laptop en ga naar lessonup.com
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom m1b!
Ga rustig op je eigen plek zitten. 
Leg je boek, schrift en werkboek klaar. 
Pak je laptop en ga naar lessonup.com

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
We herhalen welke breuken bij welke percentages horen.

We herhalen hoe je netjes een verhoudingstabel maakt. 

We herhalen hoe je netjes een antwoord opschrijft als je een verhoudingstabel hebt gebruikt. 

Slide 2 - Tekstslide

Procenten en breuken

Slide 3 - Tekstslide

Introductievraag:
Welke breuk hoort bij 20%?
A
21
B
41
C
51
D
201

Slide 4 - Quizvraag

Van percentage naar breuk
Zet het percentage boven de breukstreep en zet onder de breukstreep het getal 100. Vereenvoudig de breuk zoveel mogelijk.

Voorbeeld 
50%=10050=21

Slide 5 - Tekstslide

Welke breuk hoort bij het percentage 15%?
A
203
B
101
C
10015
D
205

Slide 6 - Quizvraag

Zet de juiste percentages en breuken bij elkaar
52
43
103
207
40 %
30%
75%
35%

Slide 7 - Sleepvraag

Handige percentages
Handige percentages
50%=21
3331%=31
25%=41
20%=51
1221%=81
10%=101

Slide 8 - Tekstslide

Handige percentages:

1/4 deel =
A
40 %
B
50%
C
12,5 %
D
25 %

Slide 9 - Quizvraag

Handige percentages

1/5 deel =
A
10 %
B
20 %
C
5 %
D
25 %

Slide 10 - Quizvraag

Handige percentages

1/2 deel =
A
50 %
B
40 %
C
25 %
D
12,5 %

Slide 11 - Quizvraag

Handige percentages

5 % =
A
1/20 deel
B
1/50 deel
C
1/2 deel
D
1/5 deel

Slide 12 - Quizvraag

Handige percentages

12,5 % =
A
1/2 deel
B
1/4 deel
C
1/8 deel
D
1/5 deel

Slide 13 - Quizvraag

'Handige percentages'
Als je 50% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 4
B
Delen door 5
C
Delen door 2
D
keer 2 doen

Slide 14 - Quizvraag

'Handige percentages'
Als je 25% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 10
B
Delen door 100
C
Delen door 4
D
Keer 10 doen

Slide 15 - Quizvraag

Op schaal liggen in totaal 25 appels.
Hoeveel procent is dat?
A
4
B
25
C
100
D
geen idee

Slide 16 - Quizvraag

25 appels is 100%
Hoeveel appels zijn 20%?
A
5
B
12,5
C
10
D
25

Slide 17 - Quizvraag

50% van 400 euro is:
400 : .....
A
2
B
10
C
25
D
50

Slide 18 - Quizvraag

Een lastige...
20% van 150 +
25% van 40 +
50% van 400 = ....
A
225
B
240
C
250
D
285

Slide 19 - Quizvraag

Maak opgave T1 en T5
blz. 216/217

Slide 20 - Tekstslide

Procenten en verhoudingstabel

Slide 21 - Tekstslide

Zet de getallen op de juiste plek
Bereken wat 15% van €800 is.
Bedrag in €
Procenten
100%
€800
15%
1

Slide 22 - Sleepvraag

Zet de getallen op de juiste plek
Bereken wat 15% van €800 is.

Antwoord: €120
Bedrag in €
800
8
120
Procenten
100
1
15

Slide 23 - Tekstslide

Aantal berekenen met een tabel
1        65

Slide 24 - Tekstslide

Aantal berekenen met een tabel
1        65
8     520

Slide 25 - Tekstslide

Er zitten 800 leerlingen op het Piekcollege, hiervan zijn er 65 die bij het koor meezingen.
Vul de verhoudingstabel verder in. Reken uit hoeveel leerlingen bij 65% horen.
A
65
B
100
C
520
D
650

Slide 26 - Quizvraag

In een aquarium zitten 60 vissen, er zijn 30% rode vissen. Hoeveel van de vissen is rood? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel. Tip: Procenten onderaan

1
0,6
18
60
100
30
Procent
Aantal

Slide 27 - Sleepvraag

Bert ziet een hoed voor 80 euro. Bij de hoed staat een kaartje met 22% korting. Hoeveel euro korting is dat?
Schuif de vakken op de juiste plaats Tip: Procenten onderaan
22
17,60
80,00
100
1
0,8
Bedrag
Procent

Slide 28 - Sleepvraag

Bereken hoeveel 25% van 40 is.
Vul het antwoord in.

Slide 29 - Open vraag

Bereken hoeveel 50% van 30 is.
Ps. Wie schrijft de berekening op het bord?

Slide 30 - Open vraag

Bereken hoeveel 20% van 45 is.
Ps. Wie schrijft de berekening op het bord?

Slide 31 - Open vraag

Bereken hoeveel 10% van 95 is.
Ps. Wie schrijft de berekening op het bord?

Slide 32 - Open vraag

Het antwoord netjes opschrijven 

Slide 33 - Tekstslide

Oefenvraag
In km1d zitten 16 leerlingen. In de klas zitten 9 meiden. Hoeveel procent van de klas is dan jongen?

Slide 34 - Tekstslide

Oefenvraag
In km1d zitten 16 leerlingen. In de klas zitten 9 meiden. Hoeveel procent van de klas is dan jongen?

Slide 35 - Tekstslide

Oefenvraag
In km1d zitten 16 leerlingen. In de klas zitten 9 meiden. Hoeveel procent van de klas is dan jongen?
16 - 9 = 7
Leerlingen
16
1
7
Procenten
100
6,3
43,7

Slide 36 - Tekstslide

Wat ook kan...
In km1d zitten 16 leerlingen. In de klas zitten 9 meiden. Hoeveel procent van de klas is dan jongen?
Leerlingen
16
1
9
Procenten
100
6,3
56,3
56,3% van de klas is een meid. 100 - 56,3 = 43,7.
Dus 43,7% van de klas is een jongen

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag met Test Jezelf
Blz. 216/217

Maak opgave T1 t/m T7

Slide 38 - Tekstslide