H4 en H10

Wat doen we vandaag?
H10 en H11
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
H10 en H11

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Neurale netwerken
Door middel van database aan foto's leert het algoritme zelf hoe hij bijvoorbeeld een hond herkent. 

Slide 3 - Tekstslide

6

Slide 4 - Video

00:33
Neural netwerk
Een neuraal netwerk wordt gevormd doormiddel van bekende data. Doordat je het systeem verteld wat juist is past het zichzelf aan en 'leert' het.


Slide 5 - Tekstslide

01:02
Vergelijkbaar met een brein. De bolletjes zijn de neuronen

Slide 6 - Tekstslide

01:02
Opbouw neuraal systeem
Het systeem bestaat uit 3 lagen:
- input (hier voor je het probleem aan)
- hidden (hier worden de berekeningen gedaan)
- output: hier wordt de voorspelling getoont

Elke laag bestaat uit verschillende digitale neuronen. 

Slide 7 - Tekstslide

02:06
Neuron activatie
Bij bijvoorbeeld een plaatje zijn pixel is dus aan gesloten aan een input

Elke input wordt vermenigvuldigd 
met een wegings factoren, het product 
hiervan is input voor de hidden layer

Als de input van de hiddenlayer hoog genoeg is wordt de neuron geactiveerd en wordt een link gemaakt met de output. Dit heet 'forward propegation'.

Slide 8 - Tekstslide

03:30
Backward propegation
Het systeem geeft elke output
een verwachtingswaarde

Door de antwoorden te geven 
kan het systeem leren.

Het past dan de wegingsfactoren aan zodat het klopt.

Slide 9 - Tekstslide

03:46
Wat denk jij dat een goede toepassing is van een neural network?

Slide 10 - Woordweb

Vergelijkbaar met een brein. De bolletjes zijn de neuronen. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe zou AI kunnen helpen in de gezondheidszorg? Wat zijn de uitdagingen hierbij?

Slide 12 - Woordweb

Big Data
10.2 Waarvoor gebruikt
10.3 data types

Slide 13 - Tekstslide


Slide 14 - Open vraag

Slim verwarmingssysteem
Scalar: temperatuur
Vector: verschillende 
plekken in een kamer
Matrix: verschillende
kamers.
Tensor: verschillende tijden

Slide 15 - Tekstslide

Neural networks
Train set: input en output is bekend. Je laat het systeem leren door telkens de  gewichten aan te passen. (80 % van de data)

Test set: ook deze heeft in- en output waarden. Hiermee test je of het systeem werkt nadat het getraind is. (20 % van de data)

Binnen de train en test sets moet de verdeling van de positief en negatieve gevallen ongeveer gelijk zijn. Bijv. 10%

Slide 16 - Tekstslide

Confusion tabel

Slide 17 - Tekstslide

Presision
True positive t.o.v. alle positief gegokten. Het liefst heb je geen False positive. Dus streven is 1.

Slide 18 - Tekstslide

Antwoord
Welk gedeelte van de voorspelde kanker gevallen, goed voorspeld zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Recall
True positive t.o.v. alle echte positives. Een FN is namelijk een positive... Het liefst heb je geen geen FN. Dus steven ook zo dicht mogelijk bij 1. 

Slide 20 - Tekstslide

Antwoord
Welk gedeelte van de gevallen van kanker worden herkend door het systeem.

Slide 21 - Tekstslide

Specificity
tegenovergestelde van Recall. Goed gegokten negatives tov alle echte negatives.
Specificity=TN+FPTN

Slide 22 - Tekstslide

Antwoord
Welk gedeelte van de niet kanker gevallen goed worden herkend.

Slide 23 - Tekstslide

F1-score
Dit is het gemiddelde van de Precision en Recall. 

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord
Ik denk dat het belangrijker is dat de positieve gevallen gezien, dus dat de recall hoog is, dan dat de gegokten allemaal hoog zijn. Dan kan een dokter nog eens kijken of de voorspelde kanker gevallen echt kanker zijn. Als het systeem kanker gevallen over het hoofd ziet dan moeten de artsen alles nog een keer bekijken.

Slide 25 - Tekstslide