Herhaling Hoofdstuk 4

Lesplan




Herhaling
Quiz
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesplan




Herhaling
Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerp 1
Frankische Rijk
Karel de Grote
Leenstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Welke uitspraken passen bij de Tijd van monniken en ridders?
A
Het was veel veiliger dan in de tijd van het Romeinse Rijk
B
Er werd nauwelijks gehandeld
C
De meeste mensen gingen in steden wonen
D
Na het Romeinse Rijk werden de Franken het sterkst

Slide 3 - Quizvraag

Zet de volgende heersers in de juiste volgorde
A
Clovis, Karel de Grote, Pipijn de Korte
B
Karel de Grote, Clovis, Pipijn de Korte
C
Pipijn de Korte, Karel de Grote, Clovis
D
Clovis, Pipijn de Korte, Karel de Grote

Slide 4 - Quizvraag

Bij welk kenmerkende aspect past de persoon: Karel de Grote
A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
Van agrarisch-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa

Slide 5 - Quizvraag

Karel de Grote
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 6 - Quizvraag

Wie was Karel de Grote?
A
Romeinse keizer
B
Koning van de Franken
C
Stamhoofd van de Saksen
D
Russische tsaar

Slide 7 - Quizvraag

Waarom gaf Karel de Grote vazallen voor hun diensten een stuk land in leen? Kies de twee juiste antwoorden.
A
Dat deed hij op advies van de Engelse wetenschapper Alcuin.
B
Doordat de handel was afgenomen, was er nauwelijks nog muntgeld.
C
Het rijk was te groot, dit kon hij niet in zijn eentje besturen
D
Karel wilden zijn vazallen niet in zijn paleis laten wonen

Slide 8 - Quizvraag

Deze persoon krijgt leen en moet daarvoor in ruil trouw zweren
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 9 - Quizvraag

Onderwerp 2
agrarische/agrarisch urbane samenleving
Hofstelsel
Horigen

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het hofstelsel?
A
Bescherming in ruil voor pacht en herendiensten
B
Raad en daad
C
Geld lenen van het hof
D
Ander woord voor leenstelsel

Slide 11 - Quizvraag

Wat hoort niet bij het hofstelsel:
timer
0:20
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 12 - Quizvraag

Waarom werd het hofstelsel bedacht?
A
Het was erg onveilig in het Oost-Romeinse Rijk
B
Het was erg onveilig in Europa
C
Hierdoor bloeide de handel meer op
D
Mensen wilden samenwonen

Slide 13 - Quizvraag

Leenstelsel is hetzelfde als hofstelsel.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Onderwerp 3
Kerkvaders
Kloosters
Missionarissen

Slide 15 - Tekstslide

Willibrord en Bonifatius waren...
A
Monniken die in Engeland het christendom verspreidden.
B
Monniken die de Franken bekeerden tot het christendom.
C
De belangrijkste goden van de Friezen.
D
Het volk van de Friezen wilden bekeren tot het christendom.

Slide 16 - Quizvraag

Door wie werd Bonifatius vermoord?
A
Hollanders
B
Zeeuwen
C
Friezen
D
Limburgers

Slide 17 - Quizvraag

Bij welk kenmerkend aspect pas de persoon: Bonifatius
A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
Van agrarisch-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je de taak van Willibrord en Bonifatius?
A
Priester
B
Missionaris
C
Monnik
D
Geestelijke

Slide 19 - Quizvraag

Wie is een Kerkvader?
A
Augustinus
B
Clovis

Slide 20 - Quizvraag

Monniken deden saai, langdurig, moeilijk werk dat soms wel 2 jaar duurde

Slide 21 - Open vraag

Voorbereiding toets
Zelftoets
Differentiatie 
Samenvatting maken
Werkdocument

Slide 22 - Tekstslide