week 16_ 1ha_grammatica_repetitie toetsweek

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

zwakke werkwoorden:
Ihr ________ den ganzen Tag!
A
rede
B
redest
C
redet

Slide 6 - Quizvraag

Die Frau (heiraten) morgen.
A
heirate
B
heiratet
C
heirat
D
heiraten

Slide 7 - Quizvraag

zwakke werkwoorden:
Du _______ auf den Bus.
A
warte
B
wartest
C
warten

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

(haben) Sie .......
A
habe
B
haben

Slide 11 - Quizvraag

haben - er ...
A
habe
B
habt
C
haben
D
hat

Slide 12 - Quizvraag

du .................... (sein)
A
sein
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 13 - Quizvraag

sein: ihr
A
sind
B
seid
C
sein
D
sindet

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

der-die-das?
... Mädchen
A
die
B
das
C
der

Slide 17 - Quizvraag

der-die-das?
... Lied
A
das
B
die
C
der

Slide 18 - Quizvraag

der, die oder das?

Eltern
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

vrouwelijk (v)
mannelijk (m)
onzijdig (o)
meervoud (mv)
ein
ein
eine
eine

Slide 21 - Sleepvraag

ein of eine?

Prinzessin
A
ein
B
eine

Slide 22 - Quizvraag

ein of eine: Kind
A
ein
B
eine

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr/Ihr

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

4

Slide 28 - Video

01:06
In diesem Monat begint der Herbst
A
August
B
Oktober
C
September
D
November

Slide 29 - Quizvraag

01:26
Welcher Monat liegt zwischen Februar und April?

Slide 30 - Open vraag

01:45
In welchen Monat ist Weihnachten?

Slide 31 - Open vraag

02:11
Was ist der vierte Monat im Jahr?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide