H1f week 21
1 / 23
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De persoonsvorm is altijd....
A
een persoon
B
een werkwoord
Slide 6 - Quizvraag
Een persoonsvorm:
A
kan een voltooid deelwoord zijn
B
kan in tegenwoordige of verleden tijd staan.
C
verandert nooit van tijd
D
kan een infinitief zijn
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de eerste stap bij zinsontleding?
A
de persoonsvorm zoeken
B
het onderwerp zoeken
C
het gezegde benoemen
D
zinsdelen maken
Slide 8 - Quizvraag
Wat is stap 2 van het redekundig ontleden?
A
persoonsvorm zoeken
B
onderwerp zoeken
C
zinsdeelstrepen zetten
D
werkwoordelijk gezegde zoeken
Slide 9 - Quizvraag
Wat is stap 3 van het redekundig ontleden?
A
lijdend voorwerp zoeken
B
onderwerp zoeken
C
meewerkend voorwerp zoeken
D
werkwoordelijk gezegde zoeken
Slide 10 - Quizvraag
Wat is stap 4 van het redekundig ontleden?
A
lijdend voorwerp zoeken
B
onderwerp zoeken
C
meewerkend voorwerp zoeken
D
werkwoordelijk gezegde zoeken
Slide 11 - Quizvraag
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
A
de zin vragend maken
B
de tijdproef doen
C
de getalproef doen
D
wie/wat + persoonsvorm gebruiken in de zin
Slide 12 - Quizvraag
Zoek de persoonsvorm
Wie heeft de vuilnisbak buiten gezet?
Wie heeft de vuilnisbak buiten gezet?
A
wie
B
heeft
C
de vuilnisbak
D
gezet
Slide 13 - Quizvraag
Waar kun jij je nog in verbeteren? Je mag meer antwoorden kiezen.
A
persoonsvorm zoeken
B
werkwoordelijk gezegde (wg) zoeken
C
zinsdeelproef doen
D
onderwerp zoeken
