H1 week 20 Grammatica & Lezen

dinsdag 18 mei

H1f: les 1
 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

dinsdag 18 mei

H1f: les 1
 

Slide 1 - Tekstslide

vandaag
- quizvraagjes Grammatica & Lezen
- bespreken & nakijken huiswerk
- huiswerk: maken grammatica opdr 3 blz 29                                       

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel zinsdelen heeft de volgende zin?

Aan het bloeiende boompje zal een oude rups op zijn gemakje een groen blaadje gaan eten.
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 3 - Quizvraag

Je wilt de persoonsvorm (pv) vinden. Welke drie proeven kun je doen?

Slide 4 - Open vraag

Het is lastig om een zin in zinsdelen te verdelen als hij begint met een vraagwoord, zoals: wie, wat, wanneer, waarom, hoe, etc.

Vul een antwoord in op de plaats van het vraagwoord en dan is de zin goed in zinsdelen te verdelen en beter te ontleden.

Bijvoorbeeld.

1. Wat /heeft /de docent Frans /gisteren/ gegeven/ aan de leerlingen?         
                    >  Een cadeautje /heeft /de docent Frans/ gisteren.......
            


Slide 5 - Tekstslide

Bespreken huiswerk grammatica  
Grammatica: opdr 2 blz 29


Slide 6 - Tekstslide

Het signaalwoord BOVENDIEN geeft het volgende tekstverband aan:
A
tegenstelling
B
opsomming
C
chronologie
D
toelichting

Slide 7 - Quizvraag

Het signaalwoord ZOALS geeft het volgende tekstverband aan:
A
tegenstelling
B
opsomming
C
chronologie
D
toelichting

Slide 8 - Quizvraag

Bespreken huiswerk Lezen
Lezen: opdr 1 vraag 6 t/m 10 blz 133

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk morgen
maken grammatica opdr 3 blz 29
Neem de 4 zinnen over in je digitale schrift en 
maak daarna de opdracht

Slide 10 - Tekstslide

dinsdag 18 mei

H1e: les 1 + 2

Slide 11 - Tekstslide

vandaag 1e lesuur
- quizvraagjes Grammatica & Lezen
- bespreken & nakijken huiswerk
- start maken grammatica opdr 3 blz 29                                       

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel zinsdelen heeft de volgende zin?

Aan het bloeiende boompje zal een oude rups op zijn gemakje een groen blaadje gaan eten.
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 13 - Quizvraag

Je wilt de persoonsvorm (pv) vinden. Welke drie proeven kun je doen?

Slide 14 - Open vraag

Het is lastig om een zin in zinsdelen te verdelen als hij begint met een vraagwoord, zoals: wie, wat, wanneer, waarom, hoe, etc.

Vul een antwoord in op de plaats van het vraagwoord en dan is de zin goed in zinsdelen te verdelen en beter te ontleden.

Bijvoorbeeld.

1. Wat /heeft /de docent Frans /gisteren/ gegeven/ aan de leerlingen?         
                    >  Een cadeautje /heeft /de docent Frans/ gisteren.......
            


Slide 15 - Tekstslide

Bespreken huiswerk grammatica  
Grammatica: opdr 2 blz 29


Slide 16 - Tekstslide

Het signaalwoord BOVENDIEN geeft het volgende tekstverband aan:
A
tegenstelling
B
opsomming
C
chronologie
D
toelichting

Slide 17 - Quizvraag

Het signaalwoord ZOALS geeft het volgende tekstverband aan:
A
tegenstelling
B
opsomming
C
chronologie
D
toelichting

Slide 18 - Quizvraag

Bespreken huiswerk Lezen + maken 
grammatica opdr 3
bespreken huiswerk Lezen: opdr 1 vraag 6 t/m 10 blz 133

klaar: maken grammatica opdr 3 blz 29 > neem de 4 zinnen over in je digitale schrift en maak daarna de opdracht

Slide 19 - Tekstslide

vandaag 2e lesuur
- verder met grammatica opdr 3 blz 29
                       > daarna klassikaal bespreken
- lezen theorie grammatica hfdst 2 Onderwerp blz 58   
- start huiswerk: maken grammatica opdr 1 blz 58                                  

Slide 20 - Tekstslide

woensdag 19 mei

H1f: les 2 & 3
 

Slide 21 - Tekstslide

vandaag 1e lesuur
- quizvraagjes grammatica
- bespreken huiswerk: grammatica opdr 3 blz 29
- lezen theorie grammatica hfdst 2 Onderwerp blz 58   
- maken grammatica opdr 1 blz 59  > neem de zinnen over in je
   digitale schrift                                 

Slide 22 - Tekstslide

Geef aan of de woorden (IN HOOFDLETTERS) een zinsdeel vormen. Let op: de betekenis van de zin mag niet veranderen.

Voor het stoplicht zag ik DE MAN IN DE AUTO mopperen.
A
de man in de auto = 1 zinsdeel
B
de man = 1 zinsdeel in de auto = 1 zinsdeel

Slide 23 - Quizvraag

Geef aan of de woorden (IN HOOFDLETTERS) een zinsdeel vormen. Let op: de betekenis van de zin mag niet veranderen.

HET ANTWOORD op de vraag bleek lastig te vinden.
A
het antwoord = 1 zinsdeel
B
het antwoord op de vraag = 1 zinsdeel

Slide 24 - Quizvraag

vandaag 2e lesuur
-  bespreken grammatica opdr 1 blz 58  > neem de zinnen over in je
   digitale schrift
- start huiswerk > lezen theorie Onderwerp (blz 58) + maken grammatica 
                                      hfdst 2 opdracht 2 blz 59 > neem 4 zinnen over in  je
                                      digitale schrift                              

Slide 25 - Tekstslide

woensdag 19 mei

H1e: 3e les
 

Slide 26 - Tekstslide

vandaag
-  quizvraagjes grammatica
- bespreken theorie onderwerp (blz 58)
- bespreken grammatica opdr 1 blz 59  > neem de zinnen over in je
   digitale schrift
- start huiswerk > lezen theorie Onderwerp (blz 58) + maken grammatica 
                                      hfdst 2 opdracht 2 blz 59 > neem 4 zinnen over in  je
                                      digitale schrift                              

Slide 27 - Tekstslide

Geef aan of de woorden (IN HOOFDLETTERS) een zinsdeel vormen. Let op: de betekenis van de zin mag niet veranderen.

Voor het stoplicht zag ik DE MAN IN DE AUTO mopperen.
A
de man in de auto = 1 zinsdeel
B
de man = 1 zinsdeel in de auto = 1 zinsdeel

Slide 28 - Quizvraag

Geef aan of de woorden (IN HOOFDLETTERS) een zinsdeel vormen. Let op: de betekenis van de zin mag niet veranderen.

HET ANTWOORD op de vraag bleek lastig te vinden.
A
het antwoord = 1 zinsdeel
B
het antwoord op de vraag = 1 zinsdeel

Slide 29 - Quizvraag

donderdag 20 mei
h1e en h1f: 4e les

Slide 30 - Tekstslide

vandaag
- bespreken huiswerk: grammatica hfdst 2 opdracht 2 blz 59
-  klassikaal lezen theorie hfdst 3 werkwoordelijk gezegde (WG) blz 88 +                maken startopdracht blz 88
- start huiswerk:     lezen theorie werkwoordelijk gezegde blz 88
                            maken grammatica opdracht 3 blz 59 + opdracht 1 blz 88

Slide 31 - Tekstslide