Om te kunnen ontsnappen aan de zwaartekracht van de aarde, heb je een minimale snelheid nodig.
Slide 2 - Tekstslide
Ontsnappen aan de aarde
Om te kunnen ontsnappen aan de zwaartekracht van de aarde, heb je een minimale snelheid nodig.
Je kunt je voorstellen dat, hoe zwaarder het hemellichaam, hoe hoger deze snelheid ligt.
Slide 3 - Tekstslide
Ontsnappen aan de aarde
Om te kunnen ontsnappen aan de zwaartekracht van de aarde, heb je een minimale snelheid nodig.
Deze minimale snelheid heet de ontsnappingssnelheid:
ve=√r2GM
Slide 4 - Tekstslide
Ontsnappen aan zwaartekracht
Om te kunnen ontsnappen aan de zwaartekracht van een hemellichaam, heb je een minimale snelheid nodig: de ontsnappingssnelheid:
ve=√r2GM
Massa van het hemellichaam
Afstand tot het centrum van het hemellichaam
Slide 5 - Tekstslide
Ontsnappen aan zwaartekracht
Om te kunnen ontsnappen aan de zwaartekracht van een hemellichaam, heb je een minimale snelheid nodig: de ontsnappingssnelheid:
Bereken de ontsnappingssnelheid van het oppervlak van de aarde.
ve=√r2GM
Slide 6 - Tekstslide
Ontsnappen aan zwaartekracht
Om te kunnen ontsnappen aan de zwaartekracht van een hemellichaam, heb je een minimale snelheid nodig: de ontsnappingssnelheid:
Theoretisch gezien kan deze snelheid voor bepaalde hemellichamen gelijk worden aan de lichtsnelheid.
ve=√r2GM
Slide 7 - Tekstslide
Ontsnappen aan zwaartekracht
Theoretisch gezien kan deze snelheid voor bepaalde hemellichamen gelijk worden aan de lichtsnelheid.
De straal waarop dit gebeurt heet de Schwarzschildstraal:
ve=c=√r2GM
RS=c22GM
Slide 8 - Tekstslide
Ontsnappen aan zwaartekracht
Theoretisch gezien kan deze snelheid voor bepaalde hemellichamen gelijk worden aan de lichtsnelheid. De straal waarop dit gebeurt heet de Schwarzschildstraal:
Bereken RS van de aarde. Wat betekent dit?
RS=c22GM
Slide 9 - Tekstslide
Ontsnappen aan zwaartekracht
Theoretisch gezien kan deze snelheid voor bepaalde hemellichamen gelijk worden aan de lichtsnelheid. De straal waarop dit gebeurt heet de Schwarzschildstraal:
Zoek in Binas de zwaarste ster op en bereken RS. Vergelijk die met de straal van de ster.
RS=c22GM
Slide 10 - Tekstslide
Ontsnappen aan zwaartekracht
Alledaagse objecten hebben dus geen echte RS.
Objecten met een echte RS moeten dus een extreem hoge dichtheid hebben. Bestaan die? En wat zijn de gevolgen van zo'n object?
Slide 11 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Tot zover hadden we het over de Speciale Relativiteitstheorie. Hierin was de zwaartekracht nog niet opgenomen.
Einstein's kers op de taart was het toevoegen van zwaartekracht aan zijn theorie. Dit leidde tot de Algemene Relativiteitstheorie.
Slide 12 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Einstein's kers op de taart was het toevoegen van zwaartekracht aan zijn theorie. Dit leidde tot de Algemene Relativiteitstheorie.
De wiskunde hierachter is extreem ingewikkeld en zullen we niet behandelen. Wel kunnen we kijken naar de resultaten ervan.
Slide 13 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Slide 14 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Zwaartekracht vervormt dus de ruimte en de tijd. Het zorgt ervoor dat de kortste weg niet een rechte lijn is.
Slide 15 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Zwaartekracht vervormt dus de ruimte en de tijd. Het zorgt ervoor dat de kortste weg niet een rechte lijn is.
Lichtstralen volgen de kortste weg, dus een kromme baan bij zware objecten. En hoe zwaarder het object, hoe krommer de baan zal zijn.
Slide 16 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Lichtstralen volgen de kortste weg, dus een kromme baan bij zware objecten. En hoe zwaarder het object, hoe krommer de baan zal zijn.
De baan kan in theorie zo krom worden, dat het een cirkelbaan wordt. Wanneer gebeurt dit?
Slide 17 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Lichtstralen volgen de kortste weg, dus een kromme baan bij zware objecten. En hoe zwaarder het object, hoe krommer de baan zal zijn.
De baan wordt een cirkelbaan op RS!
Slide 18 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Lichtstralen volgen de kortste weg, dus een kromme baan bij zware objecten. En hoe zwaarder het object, hoe krommer de baan zal zijn.
De baan wordt een cirkelbaan op RS! Op r < RS wordt de baan een inwaartse spiraal.
Slide 19 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
De baan wordt een cirkelbaan op RS. Op r < RS wordt de baan een inwaartse spiraal. Licht kan dan niet meer ontsnappen.
Een dergelijk object kun je dus niet zien. Daarom heet dit een zwart gat.
Slide 20 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Zwarte gaten kun je niet direct zien, maar door hun enorme zwaartekracht zou je hun aanwezigheid wel kunnen zien aan de omgeving.
Zwarte gaten werden als theoretische oplossing van Einstein's vergelijking gevonden door Schwarzschild
Slide 21 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Zwarte gaten kun je niet direct zien, ... of toch?
Radiogolven die om het superzware zwarte gat in het centrum van de melkweg krommen.
Slide 22 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Zwaartekracht vervormt dus de ruimte en de tijd. Het zorgt ervoor dat de kortste weg niet een rechte lijn is.
vAB=vCD
tABsAB=tCDsCD
Slide 23 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Zwaartekracht vervormt dus de ruimte en de tijd. Het zorgt ervoor dat de kortste weg niet een rechte lijn is.
tABsAB=tCDsCD
Kan alleen waar zijn als tAB != tCD
Slide 24 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Zwaartekracht vervormt dus de ruimte en de tijd. Hoe verandert de tijd precies?
Dit is de tijdrek door de zwaartekracht. De tijd in een zwaartekrachtsveld is trager.
Δtzw=Δt⋅√1−rRs
Δtzw
Slide 25 - Tekstslide
Zwaartekracht en relativiteit
Zwaartekracht vervormt dus de ruimte en de tijd. Hoe verandert de tijd precies?
Zwaartekracht vervormt dus de ruimte en de tijd. Hoe verandert de tijd precies?
Voorbeeld: op r = 16RS/7 is
Als er buiten het zwaartekrachtsveld 4 uur voorbij is gegaan, is er in het veld dus 3 uur voorbij gegaan.
Δtzw=Δt⋅√1−rRs
Δtzw=43Δt
Slide 27 - Tekstslide
Het ontstaan van zwarte gaten
Het volgende deel is facultatief. Als je niet mee wilt doen, kun je aan de opgaven werken die bij dit hoofdstuk horen.
Slide 28 - Tekstslide
Het ontstaan van zwarte gaten
Zwarte gaten zijn extreem dichte objecten. Er zijn dus extreme omstandigheden nodig om ze te vormen.
De enige omstandigheid die we kennen, is het imploderen van een zeer zware ster.
Slide 29 - Tekstslide
Het ontstaan van zwarte gaten
Sterren blijven in stand door het evenwicht dat de energie-opwekking biedt aan de zwaartekracht binnen een ster.
Slide 30 - Tekstslide
Het ontstaan van zwarte gaten
Op een gegeven moment is de brandstof op, en wint de zwaartekracht het. De ster zakt in elkaar. Bij deze geweldadige actie worden de buitenste lagen vaak weggeblazen.
Slide 31 - Tekstslide
Het ontstaan van zwarte gaten
Afhankelijk van hoe zwaar de ster was, kunnen er een paar dingen gebeuren.
1. De ster is niet zo zwaar (< 10 Mzon).
De ster stoot de buitenste lagen
af in de vorm van een planetaire nevel.
Slide 32 - Tekstslide
Het ontstaan van zwarte gaten
Afhankelijk van hoe zwaar de ster was, kunnen er een paar dingen gebeuren.
1. De ster is niet zo zwaar (< 10 Mzon).
Wat overblijft is een gloeiende massa materiaal. Dit blijft nog
lange tijd nagloeien.
Slide 33 - Tekstslide
Het ontstaan van zwarte gaten
Afhankelijk van hoe zwaar de ster was, kunnen er een paar dingen gebeuren.
2. De ster is zwaarder (10 Mzon < M < 25 Mzon).
De buitenste lagen worden met een enorme explosie weggeblazen. De ster is een supernova geworden.
Slide 34 - Tekstslide
Het ontstaan van zwarte gaten
Afhankelijk van hoe zwaar de ster was, kunnen er een paar dingen gebeuren.
2. De ster is zwaarder (10 Mzon < M < 25 Mzon).
De zwaartekracht wordt zo groot, dat de elektronen van de atomen de kern ingedrukt worden. De protonen recombineren tot neutronen, die erg dicht op elkaar kunnen zitten. De ster is een neutronenster.
Slide 35 - Tekstslide
Het ontstaan van zwarte gaten
Afhankelijk van hoe zwaar de ster was, kunnen er een paar dingen gebeuren.
3. De ster is zeer zwaar (> 25 Mzon).
De zwaartekracht wordt zo groot, dat zelfs de neutronen in elkaar gedrukt worden. Wat overblijft is een mysterieus zwart gat.
Slide 36 - Tekstslide
Het ontstaan van zwarte gaten
In het centrum van (waarschijnlijk) elk sterrenstelsel (zoals de Melkweg), bevindt zich een superzwaar zwart gat (> miljoen Mzon).
Het is nog niet duidelijk hoe deze gevormd zijn. Ze moeten kort na het ontstaan van het heelal ontstaan zijn.