Les 2: Absolutisme

Overzicht lessen en vaardigheden
Geschiedenis Periode 3

         Les 1: Wetenschappelijke Revolutie
         Les 2: Absolutisme
         Les 3: Verlichting
         Les 4&5: Amerikaanse Revolutie
         Les 6&7: Franse Revolutie
         Les 8: Terugblik
         Havo: HS     Vwo: HS
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Overzicht lessen en vaardigheden
Geschiedenis Periode 3

         Les 1: Wetenschappelijke Revolutie
         Les 2: Absolutisme
         Les 3: Verlichting
         Les 4&5: Amerikaanse Revolutie
         Les 6&7: Franse Revolutie
         Les 8: Terugblik
         Havo: HS     Vwo: HS

Slide 1 - Tekstslide

2 Starter
  1. Welke twee begrippen zijn de essentie van de Wetenschappelijke Revolutie?
  2. Chronologie vraag > vroeger naar later

1: Renaissance
2: Invoering drieslagstelsel
3: Val van de Pax Mongolica
4: Start Wetenschappelijke Revolutie
5: Aristoteles schrijft zijn bevindingen op

Slide 2 - Tekstslide

Absolutisme
  • = Het streven naar absolute macht van de vorst, absoluut op alle domeinen:

  1.  Politiek & militair
  2.  Economisch (Mercantilisme)
  3.  Religieus (één geloof)
  4.  Cultureel (hofcultuur)

  • Grootse voorbeeld is Lodewijk XIV van Frankrijk (de Zonnekoning).

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Oefenen met vragen
Beheers je de theorie als je kijkt naar de toetsvragen?

Maak de opdracht alleen in stilte
Daarna kort in tweetallen bespreken 
Vervolgens Klassikaal cheken

Schrijf je antwoord ook echt top!
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Lodewijk XIV was in een oneindig aantal opzichten een groot vorst. Een fout tegen de grammatica of tegen de spelling kan op geen enkele manier de schittering laten verbleken van zijn reputatie, die gebaseerd is op tal van daden die hem onsterfelijk hebben gemaakt. Hij had alle reden om te zeggen:
 
"Ceasar est super grammaticam" (De keizer staat boven de grammatica). Ik ben op geen enkel terrein groot. Alleen door hard te werken kan ik me misschien op een dag nuttig maken voor mijn vaderland. Dat is het enige waardoor ik me hoop te onderscheiden. Kunsten en wetenschappen zijn altijd
producten van de overvloed geweest.

Vraag:
Welk kenmerk van absolutisme zit in deze bron? Geef dit aan met een voorbeeld uit de bron


Slide 6 - Tekstslide

Antwoord
- Kenmerk van het absolutisme is dat de koning de volledige macht heeft.
• Lodewijk XIV stond zelfs boven de grammatica regels /
Regels die voor iedereen gelden, gelden maar niet voor hem.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Oefenen met vragen
Beheers je de theorie als je kijkt naar de toetsvragen?

Maak de opdracht alleen in stilte
Daarna kort in tweetallen bespreken 
Vervolgens Klassikaal cheken

Schrijf je antwoord ook echt top!
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Lodewijk XIV was in een oneindig aantal opzichten een groot vorst. Een fout tegen de grammatica of tegen de spelling kan op geen enkele manier de schittering laten verbleken van zijn reputatie, die gebaseerd is op tal van daden die hem onsterfelijk hebben gemaakt. Hij had alle reden om te zeggen:
 
"Ceasar est super grammaticam" (De keizer staat boven de grammatica). Ik ben op geen enkel terrein groot. Alleen door hard te werken kan ik me misschien op een dag nuttig maken voor mijn vaderland. Dat is het enige waardoor ik me hoop te onderscheiden. Kunsten en wetenschappen zijn altijd
producten van de overvloed geweest.

Vraag:
Welk kenmerk van absolutisme zit in deze bron? Geef dit aan met een voorbeeld uit de bron


Slide 10 - Tekstslide

Antwoord
- Kenmerk van het absolutisme is dat de koning de volledige macht heeft.
• Lodewijk XIV stond zelfs boven de grammatica regels /
Regels die voor iedereen gelden, gelden maar niet voor hem.

Slide 11 - Tekstslide

Twee politieke nieuwe ideeën
- Rousseau
- John Locke




Wat waren de ideeën van deze twee personen als het gaat om de politiek? Zoek dat voor alle drie de verlichte denkers uit. Volgende les bespreken we hun gedachtegoed.

Denk aan: De rol van de burger, koning en het historische begrip
Blz:   Havo:  130           Vwo: 202


Slide 12 - Tekstslide