Zorg voor de zorgvrager met toenemend oedeem

 Zorg voor de zorgvrager oedeem
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

 Zorg voor de zorgvrager oedeem

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat lymfe en oedeem zijn, en begrijp je de impact ervan op de zorgvrager.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de lymfe(klieren)?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn lymfe?
Lymfe is een belangrijk onderdeel van je lichaam dat helpt bij het opruimen van afvalstoffen en het bestrijden van infecties. Het begint allemaal met lymfevaten, die zijn als kleine buisjes die door je hele lichaam lopen, net als aderen. Deze vaten vervoeren een vloeistof genaamd lymfe.
Lymfe is een heldere vloeistof die allerlei goede dingen bevat, zoals witte bloedcellen die infecties bestrijden, en voedingsstoffen voor je cellen. Maar het bevat ook afvalstoffen, bacteriën en dode cellen die uit je weefsels moeten worden verwijderd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lymfeklieren
Wanneer lymfe door je lichaam stroomt, komt het langs kleine knooppunten die lymfeklieren worden genoemd. Deze knooppunten zijn te vinden in de hals, oksels, lies, buikholte en borstkas en fungeren als filters en helpen bij het verwijderen van de schadelijke stoffen uit de lymfe. 
Als je bijvoorbeeld een infectie hebt, kunnen de lymfeklieren opzwellen omdat ze extra hard werken om de infectie te bestrijden.  Ze filteren lymfe en spelen op die manier een belangrijke rol bij de afweer tegen infecties.


Uiteindelijk komt de lymfe terecht in grote aders in je nek en keert het terug naar je bloedbaan. Op deze manier helpt het lymfestelsel je lichaam schoon en gezond te houden door afvalstoffen te verwijderen en infecties te bestrijden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van lymfeklieren
Filteren van lymfe: Lymfeklieren fungeren dus als filters voor de lymfe die door het lymfestelsel stroomt.

Afweerreactie: Lymfeklieren bevatten veel witte bloedcellen, zoals lymfocyten, die een essentiële rol spelen in het immuunsysteem. Wanneer een infectie optreedt, worden de witte bloedcellen geactiveerd en vermenigvuldigen ze zich in de lymfeklieren. Dit helpt bij het bestrijden van infecties door de ziekteverwekkers te neutraliseren of te vernietigen.

Productie van antilichamen: Binnen de lymfeklieren worden ook antilichamen geproduceerd, die specifieke ziekteverwekkers herkennen en aanvallen. Deze antilichamen helpen bij het opbouwen van immuniteit tegen specifieke ziekten.

Lymfocytenopslag: Lymfeklieren dienen als opslagplaats voor bepaalde witte bloedcellen, zoals geheugenlymfocyten. Deze cellen onthouden eerdere infecties en helpen het lichaam sneller te reageren op toekomstige aanvallen van dezelfde ziekteverwekkers.

Kortom, lymfeklieren zijn essentieel voor de immuunrespons van het lichaam



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over oedeem?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oedeem
Oedeem is eigenlijk een medische term voor zwelling. Het gebeurt wanneer er te veel vocht vastzit in de weefsels van je lichaam. Stel je voor dat je een spons hebt en je die in water dompelt - de spons zuigt al het water op en wordt groter. Zo werkt het ook een beetje in je lichaam. 

Oedeem is letterlijk de ophoping van vocht in de weefsels, wat leidt tot zwelling en kan optreden in verschillende delen van het lichaam.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van oedeem
Oedeem is vaak een reactie van het lichaam op letsel. 
Oedeem kan ontstaan om verschillende redenen. Bijvoorbeeld door lang zitten of staan, vooral op een warme dag, kunnen de benen opzwellen omdat vocht zich daar verzamelt (zwaartekracht.) Ook als je een blessure hebt, zoals een verstuikte enkel kan er oedeem optreden omdat het lichaam probeert het letsel te herstellen door extra vocht naar het gebied te sturen. 


Oedeem kan ook een teken zijn van andere gezondheidsproblemen, zoals hart- of nierproblemen, waarbij het lichaam moeite heeft om overtollig vocht af te voeren.
 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt dat vocht vandaan?
A
bloedvaten
B
nieren
C
lymfevaten
D
cellen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt dat vocht vandaan?
Het vocht dat oedeem veroorzaakt, kan uit verschillende bronnen komen, afhankelijk van de specifieke oorzaak van de zwelling. Hier zijn enkele veelvoorkomende bronnen van vocht:

Bloedvaten: Het grootste deel van het vocht in je lichaam bevindt zich in je bloedvaten. Soms lekken deze vaten een beetje vocht uit in omliggende weefsels, vooral als de bloeddruk hoog is of als de bloedvaten beschadigd zijn door letsel of ziekte.
Lymfevaten: Zoals eerder besproken, speelt het lymfestelsel een rol bij het afvoeren van vocht uit de weefsels. Als er problemen zijn met de lymfevaten, zoals verstoppingen of beschadigingen, kan vocht zich ophopen en oedeem veroorzaken.
Cellen: Soms kunnen cellen in de weefsels vocht vasthouden als gevolg van ontsteking, letsel of ziekte. Dit kan leiden tot zwelling van de omliggende weefsels.
Nieren: De nieren spelen een cruciale rol bij het reguleren van de vochthuishouding in het lichaam. Als de nieren niet goed werken, kunnen ze niet voldoende vocht afvoeren via de urine, wat kan leiden tot vochtophoping en oedeem.

Over het algemeen kan het vocht dat oedeem veroorzaakt uit verschillende delen van het lichaam komen, maar het is vaak gerelateerd aan problemen met de circulatie, het lymfestelsel of de nierfunctie.




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen ascites en oedeem?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen ascites en oedeem
Ascitesvocht en oedeem zijn beide situaties waarin er te veel vocht in het lichaam wordt vastgehouden, maar ze verschillen in waar dat vocht zich bevindt en wat de oorzaken zijn.


Oedeem is de term die wordt gebruikt wanneer er te veel vocht zich ophoopt in de weefsels van het lichaam, zoals in de benen, enkels of handen.

Ascitesvocht daarentegen is specifiek de ophoping van vocht in de buikholte tussen de organen en de buikwand. Dit kan gebeuren als gevolg van leverziekte, zoals levercirrose, waarbij de lever niet goed functioneert en vocht niet goed kan verwerken, waardoor het zich ophoopt in de buikholte. Andere oorzaken van ascites zijn bijvoorbeeld hartfalen, kanker of infecties.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ascites bij kwaadaardige gezwellen
Bij kwaadaardige gezwellen, zoals bepaalde vormen van kanker, kan ascites ontstaan om verschillende redenen:

Verhoogde doorlaatbaarheid van bloedvaten: Kankercellen kunnen ervoor zorgen dat bloedvaten in de buurt meer doorlaatbaar worden. Hierdoor lekt er meer vocht uit de bloedvaten en hoopt het zich op in de buikholte.

Verminderde afvoer: Kankercellen kunnen druk uitoefenen op de bloedvaten en lymfevaten in de buikholte. Dit kan de normale afvoer van vocht belemmeren, waardoor het vocht zich ophoopt.

Productie van vocht door kankercellen: Sommige kwaadaardige gezwellen, met name eierstokkanker, kunnen zelf vocht produceren. Dit vocht wordt dan vrijgegeven in de buikholte, wat bijdraagt aan de ascites.

Deze factoren samen leiden tot de ophoping van vocht in de buikholte bij kwaadaardige gezwellen. Het kan leiden tot ongemak, zwelling en ademhalingsproblemen, en het kan ook een teken zijn van vergevorderde ziekte.



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van oedeem 1
De gevolgen kunnen variëren afhankelijk van de ernst en de locatie van het oedeem, maar over het algemeen kunnen de volgende problemen optreden:


Zwelling: Het meest voor de hand liggende gevolg van oedeem is zwelling in het getroffen gebied. Dit kan leiden tot ongemak, beperkte mobiliteit en cosmetische zorgen.

Pijn: Ophoping van vocht kan druk uitoefenen op zenuwen en omliggende weefsels, wat pijn en ongemak veroorzaakt.

Beperkte bloedcirculatie: Oedeem kan de bloedcirculatie belemmeren, wat kan leiden tot verminderde zuurstof- en voedingsstoffenlevering aan de weefsels.

Verhoogd risico op infectie: Veranderingen in de weefselomgeving als gevolg van oedeem kunnen het risico op infectie verhogen.








Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van oedeem 2
Huidproblemen: Langdurig oedeem kan leiden tot huidproblemen, zoals verharding van de huid, verkleuring en ulceratie (zweren).

Verminderde wondgenezing: Oedeem kan de genezing van wonden vertragen omdat het de toevoer van voedingsstoffen en zuurstof naar het gebied kan belemmeren.

Complicaties bij onderliggende aandoeningen: Oedeem kan een symptoom zijn van verschillende onderliggende gezondheidsproblemen, zoals hartfalen, leverziekte of nieraandoeningen. Het kan de symptomen van deze aandoeningen verergeren en het risico op complicaties vergroten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensgevaarlijke oedeem in de longen (longoedeem)
Ontstaan: Longoedeem ontstaat wanneer er vocht zich ophoopt in de longen. Dit kan gebeuren als de bloedvaten in de longen beschadigd raken of lekken, waardoor vocht uit de bloedvaten naar de longblaasjes sijpelt. De belangrijkste oorzaken zijn hartfalen, waarbij het hart niet goed pompt, longontsteking, letsel aan de borstkas of blootstelling aan giftige stoffen.

Gevolgen: Longoedeem kan ernstige ademhalingsproblemen veroorzaken. Het vocht in de longen belemmert de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide, waardoor ademhalingsmoeilijkheden ontstaan. Symptomen zijn onder meer kortademigheid, piepende ademhaling, hoesten met roze schuimend sputum en snelle ademhaling. Onbehandeld kan longoedeem levensbedreigend zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling van longoedeem
Zuurstoftherapie: Het toedienen van extra zuurstof kan helpen om de zuurstofniveaus in het bloed te verhogen en ademhalingsmoeilijkheden te verminderen.

Diuretica: Medicijnen zoals furosemide kunnen worden voorgeschreven om overtollig vocht uit het lichaam te verwijderen door de urineproductie te verhogen.
Vasodilatatoren: Sommige medicijnen kunnen worden gebruikt om de bloedvaten in de longen te verwijden, waardoor de bloeddruk in de longcirculatie wordt verlaagd en de belasting van het hart wordt verminderd.
Nitraten: Nitraten kunnen worden gebruikt om de bloedvaten te verwijden en de belasting van het hart te verminderen, waardoor de symptomen van longoedeem kunnen worden verlicht.
Morfine: Morfine of andere opioïde pijnstillers kunnen worden gebruikt om de ademhaling te vergemakkelijken en angst te verminderen bij patiënten met ernstige ademhalingsmoeilijkheden als gevolg van longoedeem.
Mechanische ventilatie: In ernstige gevallen van longoedeem kan mechanische ventilatie nodig zijn om de ademhaling te ondersteunen en voldoende zuurstof aan het lichaam te leveren.
Behandeling van de onderliggende oorzaak: Het is belangrijk om de onderliggende oorzaak van longoedeem aan te pakken, zoals hartfalen, longontsteking of eventueel letsel aan de borstkas.





Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensgevaarlijk oedeem in de hersenen (hersenoedeem)
Ontstaan: Hersenoedeem treedt op wanneer er vochtophoping optreedt in de hersenen. Dit kan veroorzaakt worden door verschillende factoren, zoals letsel aan de hersenen, beroerte, infectie, tumor of hersenoperaties. Het kan ook optreden als reactie op een verandering in de samenstelling van het bloed of als gevolg van een verstoring in de bloed-hersenbarrière.

Gevolgen: Hersenoedeem kan levensbedreigend zijn omdat het de intracraniale druk verhoogt, wat druk uitoefent op de hersenen. Dit kan leiden tot symptomen zoals ernstige hoofdpijn, misselijkheid en braken, veranderingen in bewustzijn (zoals verwardheid of bewusteloosheid), problemen met spraak en zicht, en zelfs coma of overlijden als het niet snel behandeld wordt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenoedeem 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling van hersenoedeem

Medicatie: Artsen kunnen diuretica voorschrijven, zoals furosemide, om overtollig vocht uit het lichaam te verwijderen en de intracraniale druk te verlagen. Corticosteroïden zoals dexamethason kunnen ook worden gebruikt om ontsteking te verminderen en zwelling te verminderen.
Hyperventilatie: Door de ademhaling kunstmatig te versnellen en te diep te maken, kan de hoeveelheid koolstofdioxide in het bloed worden verminderd, waardoor de bloedvaten in de hersenen samentrekken en de intracraniale druk afneemt. Dit wordt meestal gebruikt als tijdelijke maatregel.
Hersenontlasting: In ernstige gevallen van hersenoedeem kan een chirurgische ingreep nodig zijn om de druk te verlichten. Dit kan worden gedaan door een klein stukje van de schedel te verwijderen om ruimte te maken voor de hersenen om uit te zetten zonder beknelling.
Hypothermie: Het verlagen van de lichaamstemperatuur kan helpen bij het verminderen van de metabolische vraag van de hersenen en de hersenzwelling verminderen. Dit kan worden bereikt door koeltechnieken toe te passen.
Monitoring en ondersteunende zorg: Patiënten met hersenoedeem hebben intensieve monitoring en ondersteunende zorg nodig. Zoals regelmatige controles van neurologische status, ademhaling, bloeddruk en vochtbalans, evenals ondersteuning van vitale functies zoals zuurstoftherapie en intraveneuze vloeistoffen.







Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.