Week 3: LU 1.2 + LE 4.2

Week 3
  • Idiom of the week!
  • Luisteren 1.2 The news
  • Lezen 4.2 Adverts
  • Opdrachten maken + ex. afmaken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 3
  • Idiom of the week!
  • Luisteren 1.2 The news
  • Lezen 4.2 Adverts
  • Opdrachten maken + ex. afmaken

Slide 1 - Tekstslide

Idiom of the week!
Wat do you think this idiom is about?
''Cross your fingers''

Slide 2 - Tekstslide

Idiom of the week!
''Cross your fingers''
Meaning:
To wish someone luck or hope for something to happen
Example:
Headed to your audition? I’ll cross my fingers that you get the part you want!

Slide 3 - Tekstslide

Luisteren: 1.2 The News
Journalisten en nieuwspresentatoren geven hun verhaal structuur door gebruik te maken van signal words.

Signaalwoorden geven bijvoorbeeld aan dat iets belangrijk is, of dat er een tegenstelling of een opsomming volgt: First, second, ... en finally.

Slide 4 - Tekstslide

Signal words

Slide 5 - Woordweb

Opsomming
  • first
  • second
  • an­oth­er
  • fur­ther­more
  • be­sides
  • moreover
  • also
  • in ad­di­tion

Slide 6 - Tekstslide

Volgorde
  • first 
  • then
  • next
  • af­ter­wards
  • to start with

Slide 7 - Tekstslide

oorzaak gevolg
  • as a res­ult
  • con­sequently
  • there­fore
  • so
  • be­cause
  • since
  • as

Slide 8 - Tekstslide

con­trast, te­gen­stelling
  • how­ever
  • but
  • though
  • on the oth­er hand
  • al­though
  • in spite of
  • nev­er­the­less
  • on the con­trary

Slide 9 - Tekstslide

vergelijk­ing
  • like
  • like­wise
  • in the same way

Slide 10 - Tekstslide

Uitzondering
  • even though
  • still
  • yet
  • un­like

Slide 11 - Tekstslide

il­lus­tratie
  • such as
  • for ex­ample
  • like
  • to prove this
  • es­pe­cially

Slide 12 - Tekstslide

Conclusie
  • so
  • in short
  • to sum­mar­ise
  • fi­nally
  • there­fore

Slide 13 - Tekstslide

Lezen: 4.2 adverts
  • Zoekend lezen (‘scannen’) is handig bij het lezen van advertenties. Zoek gericht naar informatie. vraag lezen > scannen > stukje lezen.
  • Wees niet bang om de tekst een paar keer door te lezen om hem goed te begrijpen.
  • Het is niet erg als je niet alles begrijpt. De meeste woorden en afkortingen kun je opzoeken in je woordenboek (of bij het oefenen op internet).
  • Weinig ruimte > veel afkortingen


Slide 14 - Tekstslide

Afkortingen
Schrijf de volgende afkortingen voluit in het Engels en vertaal ze naar het Nederlands.
Voorbeeld:
1st / 2nd / 3rd
Engels: first / second / third
Nederlands: eerste / tweede / derde

Slide 15 - Tekstslide

asap
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

btw
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

etc.
timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

e.g.
timer
1:00

Slide 19 - Open vraag

Tips Lezen:
Specifieke informatie? > scannen (zoekend lezen)
> zoek naar 1 of een paar woorden > lees de tekst er omheen.

Idee krijgen van de tekst? > skimmen (globaal lezen)
> lees de titel, introductie, tussenkopjes, kijk naar de lay-out/afbeeldingen.

Slide 20 - Tekstslide

Na skimmen/scannen
Je kunt een tekst ook helemaal nauwkeurig doorlezen om bepaalde informatie te vinden, of om de hele tekst goed te snappen. Dit is intensief lezen.

Welke tips pas jij al toe?
Welke tips zijn nieuw/handig?


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

You want to know when the event is held. Which reading strategy would you use?
A
Skimming
B
Scanning
C
Intensive reading

Slide 23 - Quizvraag

You want to know what is going to happen at the event. Which reading strategy would you use?
A
Skimming
B
Scanning
C
Intensive reading

Slide 24 - Quizvraag

You want to know the price for the event. Which reading strategy would you use?
A
Skimming
B
Scanning
C
Intensive reading

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag!
Maken in NU Engels
1.2 The news: Ex. 1,2,4,5,6 + exam ex.
4.2 Adverts: Ex. 1, 3,4,5 + exam ex.
Klaar? > verder werken aan examen
Denk ook aan je portfolio!

Opgeven voor examen?

Slide 26 - Tekstslide