Dinsdag 13 december 2022

• NT2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Dinsdag 13 december 2022

08.30 - 09.30 uur Sport	12.10 - 12.40 uur Pauze
09.30 - 10.10 uur Lezen in je leesboek	12.40 - 13.20 uur rekenen
10.10 - 10.30 uur Pauze	13.20 -14.00 uur lokaal versieren kerst
10.30 - 11.20 uur Woordenschat thema Regels en straf
11.30 - 12.10 uur disk zelfstandig werken

Sport

We gaan lekker sporten

Lezen in je eigen boek

Pauze

    Pauze 

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema:

regels en straf

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

afgelopen

• een periode direct voor het nu
• iets dat is gestopt
• werkwoord: aflopen, het liep af, het is afgelopen
• Zin: De tijd voor de toets is nu afgelopen, de toets-tijd is voorbij. 
• Zin:  Ik vind dat al die ruzies afgelopen moeten zijn! Het moet nu stoppen!

het blik

• een voorwerp van dun metaal, met daarin eten of drinken. 
• het blik is eigenlijk altijd rond
• meervoud: de blikken
• Zin: Ik koop vaak een blikje cola.
• Zin: Het blik met hondenvoer staat in de koelkast.

achteraf

• nadat iets is afgelopen
• iets wat je later bedenkt
• tegenstelling: vooraf 
• Zin: Toen het ongeluk gebeurd was, bleek achteraf dat de chauffeur alcohol had gedronken. 
• Zin: Achteraf was het niet zo slim om mijn toets niet te leren. 

spijt hebben van

• het gevoel dat je hebt als je iets hebt gedaan wat je niet had moeten doen
• ander woord: sorry!
• Zin: Achteraf heb ik spijt dat ik niet heb geleerd voor mijn toets, want nu heb ik een slecht cijfer. 
• Zin: Wij hebben spijt dat we niet aardig zijn geweest voor dat meisje, want nu is zij verdrietig.  

de werkstraf    

• verplicht werken  zonder loon te krijgen, omdat je iets gedaan hebt wat niet mocht
• Zin: Ik kreeg een werkstraf op school: ik moest papierprikken omdat ik steeds papier op de grond gooide.
• Zin: Soms krijgt iemand een gevangenisstraf en soms een werkstraf. 

Waar wordt het woord
achteraf
goed gebruikt?

1. Morgen gaat het regenen. Achteraf kan ik beter met de bus gaan in plaats van lopend.
2. Gisteren regende het. Achteraf had ik beter met de bus kunnen gaan in plaats van lopend.

Waar heb jij wel eens spijt van gehad?

vul de goede tijd in van het werkwoord
Het is goed gegaan, het .....................nu goed af.

1. liepte
2. loopt
3. afgeloopt
4. liep

Wat vind jij beter: een werkstraf of een gevangenisstraf? En waarom?

Van welk materiaal is een blik gemaakt?

1. Hout
2. Papier
3. Plastic
4. Metaal

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Ik ... .... .... wat ik heb gedaan. Dat was niet goed.

De vrouw kreeg een ............ voor het stelen van kleding uit de winkel

................ had ik beter mijn best moeten doen. Nu heb ik een slecht resultaat voor mijn toets.

.... .......... met drinken is gevallen en nu ligt er overal cola op de grond.

Als de wedstrijd is .............., weten we wie er heeft gewonnen!

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

afgelopen, het blik/de blik, achteraf/

de werkstraf, spijt hebben van

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Regels en straf.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Pauze

    Pauze 

Rekenen

kerstversieringen