HV2 CH 1 voca + gram. CH 1 Grandes Lignes

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

HV2 CH 1 voca + gram. CH 1 Grandes Lignes

Deze les herhaling : passé composé + bezittelijke voornaamwoorden.

Wat is de passé composé? 

Hoe maak je de passé composé?

Wat is de passé composé?

De passé composé

Wat is de passé composé?

Verleden tijd 

Waaruit bestaat de passé composé ?

een vorm van 'avoir' (hebben) + voltooid deelwoord

J'ai                                mangé

Tu as                            fait

net als in het Nederlands heb je in het Frans nodig:

een hulpwerkwoord (hebben of zijn)

en

een voltooid deelwoord

Hoe maak je het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ER in het Frans?

Het voltooid deelwoord van ww. op ER :

Het voltooid deelwoord van ww. op ER :

haal -er weg, zet er é voor in de plaats. 

regarder (kijken) --> regardé (gekeken)

Passé composé

J' (ik)	ai	parlé
Tu (jij)	as	parlé
Il/elle/on (hij/zij/men)	a	parlé
nous (wij)	avons	parlé
Vous (jullie/u)	avez	parlé
Ils/elles (zij)	ont	parlé

Ik heb gepraat

Verleden tijd: passé composé 

Welke onregelmatige voltooid deelwoorden ken je?

Onregelmatige voltooid deelwoorden

faire  (doen/maken): fait        j'ai fait = ik heb gedaan

être  (zijn)                     : été        j'ai été = ik ben geweest *

avoir                                : eu         j'ai eu  = ik heb gehad

* let op : in het Frans zeg je:  ik heb geweest !

Wanneer gebruik je de passé composé?
Als je praat over iets in de ....

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd
4. koffietijd

Ik ben geweest (passé composé)

1. je suis été
2. j'ai été
3. j'ai êtré
4. je suis êtré

Wat is de passé composé?

1. J'ai parlé
2. Je parlais
3. Je parlerai
4. Je parlerais

Tu (manger = eten, passé composé)

passé composé

1. as mangé
2. a mangé
3. est mangé
4. es mangé

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?

1. haar
2. zij
3. mijn
4. jullie

Wat weet je van het bezittelijk voornaamwoord in het Frans?

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

1. duidt een persoon, dier of ding aan
2. geeft aan van wie iets is.

Wat is GEEN bezittelijk voornaamwoord?

1. die
2. jouw
3. mijn
4. onze

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père

1. sa
2. ta
3. son
4. ton

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère

1. nos
2. votre
3. notre
4. ta

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) soeur

1. sa
2. ton
3. son
4. ta

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'hun'?

1. mon, ma, mes
2. leur, leurs
3. ton, ta, tes
4. votre, vos

Het bezittelijk voornaamwoord staat voor een...

1. ...werkwoord
2. ...een lidwoord
3. ...zelfstandig naamwoord
4. ...een voorzetsel

Wat is het juiste bezittelijke voornaamwoord in:
mijn vriendin=

1. ma amie
2. mon amie
3. mes amie
4. m'ami

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles

1. leur
2. leurs

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) histoires

1. notre
2. nos
3. leurs
4. leur

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles

1. ton
2. tes
3. son
4. ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (ons) maison

1. notre
2. votre
3. nos
4. leur

	Mnl.ev.	Vrl.ev.	Mv.
Mijn
Jouw
Zijn/haar

Bezittelijk voornaamwoord

Ma

Mon

Mes

Ton

Ta

Tes

Son

Sa

Ses

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.

ONS/ONZE

JULLIE / UW

HUN

    nos

  votre

   leur

   notre

      vos

   leurs

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorden naar het midden.

les amis

notre

nos

leur

leurs

Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.

secret

profs

récré

ma

leurs

son

Sleep de juiste bezittelijke voornaamwoorde naar het midden

un frère

mon

son

ton

votre

notre

Ik begrijp het bezittelijk voornaamwoord.

1. 
2. 
3. 
4. 

Vous avez des questions?