BS 6.4: Populaties

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 4

Welkom klas 4!

Ben jij klaar voor deze les?

BS 2.4: Populaties

Planning

1. Terugblik basisstof 6.3
2. Leerdoelen
3. Uitleg basisstof 6.4
4. Opdrachten maken

Terugblik 2.3

Leerdoelen

• Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren
• Je kunt de niveaus van ecologie beschrijven
• Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren
  

Ecologie

Ecologie = bestuderen van relaties tussen organismen en het milieu

• Abiotische factoren = levenloze natuur
• Biotische factoren = levende natuur

Niveaus in populatie

In de ecologie kennen we verschillende niveaus.

• Individu = één organisme (bijv. een konijn)
  
• Populatie = een groep individuen van dezelfde soort die in hetzelfde gebied wonen en zich onderling voortplanten (bijv. een familie konijnen)
  
• Levensgemeenschap = verschillende populaties binnen een leefgebied (bijv. een familie konijnen en vossen)
  

Biotoop = alle abiotische factoren samen

Populatiegrootte

De populatie-

grootte verandert. 

Dat is geen probleem zolang er biologisch evenwicht is.

Leg uit dat voedselketens de overdracht van energie en voedingsstoffen tonen van het ene organisme naar het andere. Bespreek de verschillende schakels in een voedselketen.

Optimumkromme

Een optiumkromme geeft het verband tussen een biotische factor en een factor uit de omgeving.

In het voorbeeld is de watertemperatuur (abiotisch) een factor die invloed heeft op de guppy's (biotisch)

Opdrachten maken

• Maak opdracht 25 eerst (na 10 min. bespreken)
• Maak daarna opdracht 24, 26 en 27
• HW: Opdracht 24 t/m 32 zijn af.

• Samenwerken?
  Prima, maar denk aan het geluid!

Zelf oefenen

Bekijk de video over ecosystemen.

Hoe noem je alle populaties in een gebied?

1. een ecosysteem
2. een levensgemeenschap
3. een individu

Bestaat een ecosysteem uit meerdere populaties?

1. ja
2. nee

In een levensgemeenschap leven populaties van verschillende soorten

1. juist
2. onjuist
3. kan, maar hoeft niet

Individu

Ecosysteem

Levensgemeenschap

Populatie

21.
Wat is een biologisch evenwicht?

1. De populatiegrootte schommelt om een evenwichtswaarde heen.
2. Geboorte, sterfte en migratie zorgen voor een biologisch evenwicht.
3. antwoord A en B zijn goed
4. antwoord A en B zijn beiden fout.

Bij een biologisch evenwicht verandert het aantal organismen in een populatie niet.

1. juist
2. onjuist

In welke grafiek groeit de
populatie tot een biologisch
evenwicht?

1. In grafiek A
2. In grafiek B