Week 8: irregular verbs test

Week 8
  • Idiom of the week! 
  • Irregular verbs test
  • Verder werken volgens planning
  • Lezen!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 8
  • Idiom of the week! 
  • Irregular verbs test
  • Verder werken volgens planning
  • Lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Idiom of the week!
What do you think the idiom is about:
''Beat around the bush''

Slide 2 - Tekstslide

Idiom of the week!
''Beat around the bush''
Meaning: 
To avoid saying what you mean, often because it would be difficult or uncomfortable
Example: 
Don’t beat around the bush. Just tell me why you can’t come to my birthday party on Friday.

Slide 3 - Tekstslide

Irregular verbs test
Jullie gaan je kennis over de irregular verbs testen.
Je gaat zo zitten dat ik kan zien wat je op je scherm doet.
Je logt in hier bij de LessonUp en maakt de toets in stilte.
Je vult steeds het woord dat op de puntjes hoort in.
Daarna gaan we kijken hoe jullie de toets hebben gemaakt!


Slide 4 - Tekstslide

To bet - bet - ... - wedden

Slide 5 - Open vraag

To become - ... - become - worden

Slide 6 - Open vraag

... - built - built - bouwen

Slide 7 - Open vraag

To break - ... - broken - breken, kapot maken

Slide 8 - Open vraag

To shake - shook - ... - schudden

Slide 9 - Open vraag

... - flew - flown - vliegen

Slide 10 - Open vraag

To lie - lay - ... - liggen

Slide 11 - Open vraag

To show - ... - shown - tonen, laten zien

Slide 12 - Open vraag

To feed - fed - ... - voeren, voeden

Slide 13 - Open vraag

... - swept - swept - vegen

Slide 14 - Open vraag

To lose - lost - ... - verliezen

Slide 15 - Open vraag

To bring - brought - brought - ...

Slide 16 - Open vraag

To think - thought - ... - denken

Slide 17 - Open vraag

To drink - ... - drunk - drinken

Slide 18 - Open vraag

To be - was/were - been - ...

Slide 19 - Open vraag

To ring - ... - rung - (aan)bellen

Slide 20 - Open vraag

... - went - gone - gaan, vertrekken

Slide 21 - Open vraag

To catch - caught - ... - vangen, oppakken

Slide 22 - Open vraag

... - ran - run - rennen

Slide 23 - Open vraag

To split - ... - split - splitsen, splijten

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide