Je gezondheid les 3

Je gezondheid
Thema 1
Leefplein, klas 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Je gezondheid
Thema 1
Leefplein, klas 2

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling basisstof 2 over infectieziekten

bespreken van het gemaakte huiswerk
Instructie basisstof 3

Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

1.2 Infectieziekten, bladzijde 132

Slide 3 - Tekstslide

 Infectieziekten
infectieziekte = besmettelijke ziekte

Je wordt ziek van ziekteverwekkers.

Ziekteverwekkers zijn sommige bacteriën en virussen

Slide 4 - Tekstslide

Infectieziekten
Je lichaam verdedigt zich tegen ziekteverwekkers.
In je bloed zitten cellen die ziekteverwekkers doden.

Dit zijn de witte bloedcellen.

Slide 5 - Tekstslide

AFWEERSYSTEEM
Het uitschakelen van 'indringers'


Afweer gebeurt door witte bloedcellen:
  1. Vreetcellen’ sluiten ziekteverwekkers in en verteren ze. 
  2. Afweerstofcellen’ maken afweerstoffen.


Slide 6 - Tekstslide

Witte bloedcellen
Insluiten
Witte bloedcellen
Antistoffen

Slide 7 - Tekstslide

immuun
Antistoffen zijn stoffen die ziekteverwekkers doden.

Elke soort antistof werkt maar tegen 1 soort ziekteverwekker.

Antistoffen blijven een tijdje in je lichaam (in je bloed). Je kunt dan niet dezelfde ziekte krijgen. Je bent dan immuun voor de ziekte.

Slide 8 - Tekstslide

Immuniteit
Er zijn 2 soorten immuniteit:

- natuurlijke immuniteit: ontstaat doordat je een ziekte zelf doormaakt, bijv. waterpokken
- kunstmatige immuniteit: ontstaat door inenting met een vaccin, bijvoorbeeld tegen Corona

Een vaccin bevat een dode of verzwakte ziekteverwekker.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Een infectie is ...
A
Een ziekteverwekker
B
Een antigen
C
Een bacterie
D
Een bacterie die je lichaam is binnen gekomen

Slide 11 - Quizvraag

Natuurlijke immuniteit
A
ontstaat doordat je een vaccinatie hebt gekregen
B
ontstaat doordat je bijvoorbeeld een griepprik hebt gekregen
C
immuniteit die ontstaat doordat je de ziekte doormaakt (ziek bent geweest van een ziekte)
D
is een erfelijke ziekte

Slide 12 - Quizvraag

Kunstmatige immuniteit is
A
Het lichaam werkt zelf zonder hulpmiddelen tegen de ziekteverwekker
B
Je krijgt een vaccin toegediend
C
Immuniteit gaat via moeder op kind
D
Geen van alle antwoorden

Slide 13 - Quizvraag

Bespreken huiswerk
Basisstof 2, vanaf bladzijde 132
opdracht 1 t/m 6

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zorg
Zelfzorg

Mantelzorg

Professionele zorg

Slide 19 - Tekstslide

Zelfzorg

Zorgen voor jezelf

bijvoorbeeld je tandenpoetsen en paracetamol nemen als je hoofdpijn hebt.


  • Geen opleiding
  • Niet betaald

Slide 20 - Tekstslide

Mantelzorg

Langdurige, onbetaalde hulp aan zieken of ouderen door familieleden of bekenden.


  • Geen opleiding
  • Niet betaald

Slide 21 - Tekstslide

Professionele zorg

 Zorg die wordt gegeven door mensen die ervoor zijn opgeleid


  • Opleiding
  • Betaald

Slide 22 - Tekstslide

Zelfzorg
Mantelzorg
Professionele zorg
Alle activiteiten die je onderneemt om voor jezelf te zorgen, worden samengevat in het begrip
Zorg die naasten (familieleden, vrienden of buren) geheel of gedeeltelijk overnemen van iemand die dit niet meer zelfstandig kan.
Deze zorg wordt verleend door iemand die beroepsmatig zorg verleent en daarvoor een opleiding heeft gevolgd. 

Slide 23 - Sleepvraag

Vandaag
Herhaling basisstof 2 over infectieziekten
Instructie basisstof 3

bespreken van het gemaakte werk, vanaf blz. 132

Zelf aan de slag

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 1 & 2
Blz. 132/133

Een ander woord voor infectieziekte is een besmettelijke ziekte

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 5,  blz. 134
opdracht 6, blz. 135

Slide 26 - Tekstslide

Wat ga je doen?


Huiswerk voor volgende week maandag
Maken opdracht 1 t/m 3 in je werkboek 
van basisstof 3 'zorgen'
blz. 140 t/m 143

+ Online test je zelf maken van basisstof  3.1 t/m 3.3

--> 5 minuten voor het einde stoppen voor de afronding

Slide 27 - Tekstslide

Lees deze tekst goed!
Peter woont net twee maanden op zichzelf. Hij moet nu zelf de rekeningen betalen, schoonmaken, koken en boodschappen doen. 
Als hij boodschappen doet, neemt hij ook altijd de boodschappen mee voor zijn opa, zijn opa is namelijk slecht ter been.

Vandaag gaat peter ook even langs de apotheek voor medicijnen. Hij heeft namelijk een keelontsteking. Hiervoor was hij langs geweest bij de huisarts, die hem de medicijnen heeft voorgeschreven. Het drinken van thee met honing was verlichtend, maar maakte het niet beter.

Slide 28 - Tekstslide