§4 Veiligheid

Leerdoelen
  • De huisinstallatie (belangrijke onderdelen)
  • Wat doet een zekering? het symbool van een zekering
  • Wat doet een aardlekschakelaar?
  • Wat doet een randaarde?
  • Wat is overbelasting en kortsluiting?
  • Wat is een dubbele isolatie?
  • huiswerk voor de volgende les is:  39 t/m 48
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolLeerroute 2Leerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • De huisinstallatie (belangrijke onderdelen)
  • Wat doet een zekering? het symbool van een zekering
  • Wat doet een aardlekschakelaar?
  • Wat doet een randaarde?
  • Wat is overbelasting en kortsluiting?
  • Wat is een dubbele isolatie?
  • huiswerk voor de volgende les is:  39 t/m 48

Slide 1 - Tekstslide

Wil je een foto maken van je huiswerk/schrift en hierop toevoegen/uploaden

Slide 2 - Open vraag

Huisinstallatie
  • De elektriciteitsdraden in huis vormen een parallel netwerk.
  • De hoofdkabel is opgesplitst in groepen.
  • U = UG1 = UG2 = UG3 = UG4 = enz = ... = 230V
  • Elke groep heeft eigen groepschakelaar
  • Elke installatie heeft een aard-lek schakelaar
  • De hoofdzekering (16 A, 25A of 35A) en kWh-meter zijn verzegeld.

Slide 3 - Tekstslide

Huisinstallatie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Zekering/smeltveiligheid

Slide 6 - Tekstslide

Elektronische zekering
Smeltveiligheid

Slide 7 - Tekstslide

Symbool zekering

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Aardlekschakelaar 

Slide 11 - Tekstslide

Aardlekschakelaar

Slide 12 - Tekstslide

Dubbele isolatie

Slide 13 - Tekstslide

dubbele isolatie

Slide 14 - Tekstslide

randaarde

Slide 15 - Tekstslide

Randaarde

Slide 16 - Tekstslide

Uit hoeveel groepen bestaat een huisinstallatie?
A
1 groep
B
meerdere groepen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe is de groepen in een huisinstallatie geschakeld?
A
In serie
B
Parallel
C
serie en parallel
D
per regio anders

Slide 18 - Quizvraag


A
kortsluiting
B
lekstoom
C
randaarde
D
overbelasting

Slide 19 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de ongeïsoleerde draden van de fase (+) en de nul (-) elkaar raken?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
niks

Slide 20 - Quizvraag

Dit is het symbool van
A
enkele isolatie
B
elektriciteitssnoer
C
dubbele isolatie
D
meterkast

Slide 21 - Quizvraag

Welke elektrische beveiliging
heeft dit nachtlampje
volgens het typeplaatje?
A
aardlekschakelaar
B
dubbele isolatie
C
randaarde
D
groepszekering

Slide 22 - Quizvraag

Wat doet de randaarde als een apparaat onder stroom komt te staan?
A
de randaarde zorgt ervoor dat de aardlekschakelaar uit gaat
B
de randaarde laat een zekering kapot gaan
C
de randaarde voert de stroom snel weg naar de aarde
D
de randaarde voert de stroom naar de rand van het apparaat

Slide 23 - Quizvraag

In het huis van de familie Bosland zijn de installatie en de
apparaten beveiligd met randaarde en zekeringen.
Ook een losse contactdoos heeft randaarde.

Welke aansluiting in de contactdoos is de randaarde?

A
aansluiting 1
B
aansluiting 2
C
aansluiting 3

Slide 24 - Quizvraag

Randaarde zit op apparaten met:
A
Een houten omhulsel
B
Een metalen omhulsel

Slide 25 - Quizvraag

Randaarde beschermt:
A
Het huis tegen brand
B
De mens tegen stroom

Slide 26 - Quizvraag

Een zekering voorkomt kortsluiting
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Welke zekering kun je maar één keer gebruiken?
A
Elektrische zekering
B
Smeltveiligheid

Slide 28 - Quizvraag

Welk symbool is dit?
A
Zekering
B
Batterij
C
Voedingskast
D
Weerstand

Slide 29 - Quizvraag

Waartegen beschermt een zekering?
A
Overbelasting
B
Lekstroom
C
Elektrische schok
D
Kortsluiting

Slide 30 - Quizvraag

Om onze huizen te beveiligen tegen overbelasting of kortsluiting hebben we...
A
Zekeringen
B
Verzekeringen
C
Anti-kortsluiting en Anti-overbelasting
D
een aardlekschakelaar

Slide 31 - Quizvraag

Noem 4 onderdelen in de huisinstallatie.

Slide 32 - Open vraag

In welke situatie schakelt de aardlekschakelaar de stroom uit?

Slide 33 - Open vraag

Leg uit waar een aardleiding of randaarde toe dient.

Slide 34 - Open vraag

Op een stopcontact sluit je met een verlengsnoer een tv, broodrooster, wasmachine, stofzuiger en magnetron aan. Welk gevaar kan optreden?
A
kortsluiting
B
overbelasting
C
geen gevaar

Slide 35 - Quizvraag

Huisinstallatie
1

Slide 36 - Tekstslide

Elektriciteit en veiligheid

Ons lichaam heeft een weerstand (hoe moeilijk gaat stroom door ons heen).

Die weerstand is groter dan de weerstand van geleiders, maar kleiner dan de weerstand van lucht, steen of grond.

Dus de stroom kan makkelijk door ons heen.


In je lichaam zit "zout water" dit geleidt de stroom goed, dit noemen we de lichaamsweerstand.

Je huid geleidt de stroom niet goed, dit noemen we de contactweerstand.

Slide 37 - Tekstslide

randaarde
de groengele draad noemen we aardleiding. 

de aardleiding wordt via de randaarde (van het stopcontact) verbonden met de aarde







Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Aardlekschakelaar
1

Slide 40 - Tekstslide

Aardlekschakelaar

Slide 41 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
1
2

Slide 42 - Tekstslide