- Maak van 5.9, opdr. 1 t/m 5 (blz. 210-211).
- Maak zelf een kort gedicht: twee regels beginrijm, twee regels klinkerrijm, twee regels eindrijm,
Lesdoel:
- Je kent drie verschillende rijmvormen.
- Je kunt minstens twee kenmerken van een gedicht opnoemen.
- Je kunt zelf een kort gedicht maken.