Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Goed geschreven?
Welke zin is goed geschreven?
A
Ik reis naar het buitenland.
B
Ik reist naar het buitenland.
C
Ik rijs naar het buitenland.
D
Ik rijst naar het buitenland.
1 / 20
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Basisschool
Groep 3
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welke zin is goed geschreven?
A
Ik reis naar het buitenland.
B
Ik reist naar het buitenland.
C
Ik rijs naar het buitenland.
D
Ik rijst naar het buitenland.
Slide 1 - Quizvraag
Hoe heet dit Nederlandse eten?
A
Boterham
B
Bitterballen
C
Oliebol
D
Pannenkoek
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heet de langste schoolvakantie?
A
Kerstvakantie
B
Zomervakantie
C
Meivakantie
D
Herfstvakantie
Slide 3 - Quizvraag
Welke kleur draagt het Nederlands elftal?
A
Rood
B
Wit
C
Blauw
D
Oranje
Slide 4 - Quizvraag
Hoe heet de zee in Nederland?
A
Zwarte zee
B
Waddenzee
C
Oostzee
D
Noordzee
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
11
B
12
C
13
D
10
Slide 6 - Quizvraag
Welke provincie heet het zelfde als de hoofdstad?
A
Utrecht
B
Gelderland
C
Noord-Holland
D
Friesland
Slide 7 - Quizvraag
Welke provincie heeft Nederland zelf gemaakt?
A
Flevoland
B
Groningen
C
Limburg
D
Zeeland
Slide 8 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Ik moet nog ver naar Bangkok reizen.
B
Ik moet nog ver naar Bangkok reisen.
C
Ik moet nog ver naar Bangkok reis.
D
Ik moeten nog ver naar Bangkok reizen.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het meervoud van `stad`?
A
Stads
B
Stadden
C
Steden
D
Stedden
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heet dit eten?
A
Bitterballen
B
Tompoes
C
Poffertjes
D
Oliebollen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het meervoud van `museum`?
A
Musea
B
Museums
C
Museumen
D
Mueseummen
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel eilanden heeft Nederland?
A
Ga je naar het station lopen?
B
Gaat je naar het station lopen?
C
Gaan je naar de station lopen?
D
Ga je naar de het station loop?
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het lidwoord van `bibliotheek`?
A
De
B
Het
C
Dit
D
Dat
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor `vak`?
A
Les
B
Kast
C
La
D
Afspraak
Slide 15 - Quizvraag
De jas hangt _____ de stoel.
A
op
B
in
C
aan
D
met
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de tegenstelling van `hoog`?
A
Mooi
B
Traag
C
Dun
D
Laag
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de tegenstelling van `breed`?
A
smal
B
dun
C
Lelijk
D
kort
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel dagen zitten er in 5 weken?
A
25
B
30
C
35
D
37
Slide 19 - Quizvraag
Hoeveel maanden heeft twee jaar?
A
24
B
26
C
32
D
20
Slide 20 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
grote ISK 6, 3 en 4 quiz
July 2023
- Les met
45 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
quiz december 2024
December 2023
- Les met
46 slides
NT2
ISK
grote ISK quiz
July 2024
- Les met
37 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Eindquiz 2HV
June 2020
- Les met
24 slides
Wereldoriëntatie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
de kaart van Nederland
October 2022
- Les met
37 slides
Burgerschap
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
February 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
provincies
September 2023
- Les met
34 slides
Burgerschap
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
provincies
August 2023
- Les met
39 slides
Burgerschap
Middelbare school
havo
Leerjaar 1