Ch.6, gramm D en H oefenen 2havo

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Chapitre 6, partie D
grammaire vraagwoord "quel"
Tu as quel âge?

Slide 2 - Tekstslide

quel/quelle/quels/quelles + zelfstandig naamwoord = welke
voorbeeld: quelle fille?

quel/quelle/quels/quelles +est/son
wat 
voorbeeld: quel est ton nom?
quel : mannelijk enkelvoud
quelle : vrouwelijk enkelvoud
quels : mannelijk meervoud 
quelles : vrouwelijk meervoud 

Slide 3 - Tekstslide

Het vraagwoord quel
 quel        ->  verandert mee met het znw waar het bij hoort

mnl ev    ->    quel
vrl    ev    ->     quelle
mnl mv  ->     quels
vrl    mv  ->     quelles  

Slide 4 - Tekstslide

Quel, quelle, quels, quelles
Welke / wat

Slide 5 - Tekstslide

Quel?
A
hoe?
B
wat?
C
welke?
D
wanneer?

Slide 6 - Quizvraag

Quel / Quelle / Quels est ton camping préféré ?
A
quel
B
quelle
C
quels

Slide 7 - Quizvraag

Kies: quel/quelle/quels/quelles

Tu vas acheter ..... voiture?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de vertaling van "quel" in de volgende zin?: "Quel est ton pays préféré?"
A
wat
B
wie
C
welk
D
hoe

Slide 9 - Quizvraag

Is het quel/quelle/quels/quelles
............... est ton jean préféré?

A
quels
B
quelles
C
quel
D
quelle

Slide 10 - Quizvraag

Choisis le bon mot:

Tu as quel / quelle / quels âge ?
A
quel
B
quelle
C
quels

Slide 11 - Quizvraag

"Quel est votre avis ?"

Wat betekent "quel" ?
timer
0:10
A
Waar
B
Welke
C
Wat
D
Wanneer

Slide 12 - Quizvraag

chapitre 6, onderdeel H
werkwoord prendre

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Grammaire H ww. prendre (présent). 
prendre
nemen
je
prends
tu
prends
il/elle/on
prend
nous
prenons
vous
prenez
ils/elles
prennent

Slide 15 - Tekstslide

Tu (prendre)...............
A
prendes
B
prend
C
prends
D
pris

Slide 16 - Quizvraag

Il (prendre) .................
A
prend
B
prends
C
prenez
D
prenons

Slide 17 - Quizvraag

prendre, je (passé composé)
A
j'ai prends
B
je ai prend
C
j'ai pris

Slide 18 - Quizvraag

prendre, vous .. (passé composé)
A
vous avez prenons
B
vous avez prendez
C
vous avons pris
D
vous avez pris

Slide 19 - Quizvraag

nous (prendre)
A
prends
B
prendons
C
prenons
D
prenez

Slide 20 - Quizvraag

(prendre) men neemt=
A
on prend
B
on prends
C
on prenait
D
on a pris

Slide 21 - Quizvraag

ik neem (prendre)
A
je prends
B
je prend
C
nous prenons
D
j'ai pris

Slide 22 - Quizvraag

il ... (prendre, présent)
A
prends
B
prend
C
pren
D
prene

Slide 23 - Quizvraag

Combineer de tijden met de juiste klok
Il est deux heures moins le quart.
Il est huit heures et quart.
Il est dix heures et demie.
Il est onze heures.

Slide 24 - Sleepvraag

Au Travail!

Slide 25 - Tekstslide

AU TRAVAIl-  
Wat?
Wat gebruik je?
Wat doe je?
Afmaken Parijs-opdracht
----
oefeningen voor toetsweek maken in BOEK


Parijs met laptop

----
Boek blz. 126, 127, 128
Zelfstandig werken in stilte.

Maak in BOEK:

Oef 4 bc/ 5 ac/  7 abc/ 10 ac/ 11 ab

Slide 26 - Tekstslide