Les 2 Ademhaling

Ademhaling H4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ademhaling H4

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
1) Les week 1 afmaken.
2) Herhalen. 
3) Korte pauze
4) Nieuw stukje theorie
5) DUO opdracht
6) Zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Quiz!


Beantwoord de vragen op je wisbordje

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Doelen: 
1. De studenten kunnen de onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen.
2. De studenten kunnen de juiste volgorde van de luchtweg beschrijven.
3. De studenten benoemen de verschillen in ademhaling tussen cardio en krachtsport.
4. De studenten hebben de opdrachten gemaakt. 

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Waar zitten je longen
A
In je buik
B
Achter je ribben
C
Vlakbij je lever
D
In je hoofd

Slide 7 - Quizvraag

      De luchtweg

Slide 8 - Tekstslide

Luchtweg
1. Door de neus of mond
2. Door de luchtpijp.
3. De luchtpijp vertakt zich in bronchiën. 
4. De bronchiën vertakken zich in bronchiolen
5. De longblaasjes bevinden zich aan de uiteinde van de bronchiolen. Hier vind de uitwisseling van zuurstof en afvalstoffen plaats aan de haarvaten van de longen. 

Slide 9 - Tekstslide

Neus en mond holte
In de neus zitten zintuigen waarmee je kunt ruiken
Door het neusslijmvlies wordt de ingeademde lucht:
• Bevochtigd
• Verwarmd


• Stofdeeltjes blijven in het slijmvlies hangen
Daarom kun je beter door je neus inademen
De neusholte staat in verbinding met de neusbijholten (bovenkaak en voorhoofd)



Slide 10 - Tekstslide

Luchtpijp
Strottenhoofd is de opening naar de luchtpijp. 
De luchtpijp splitst zich op in 2 vertakkingen: Bronchiën. 1 richting de rechterlong en de ander richting de linker long. 
De bronchiën vertakken zich naar veel brochiolen. 

Slide 11 - Tekstslide

Luchtweg
Longen

Slide 12 - Tekstslide

Longblaasjes
De wand van de longblaasjes is heel dun, hierdoor kunnen bloed en lucht in contact met elkaar komen. Door deze wand wordt uit de ingeademde lucht zuurstof in het bloed opgenomen en kooldioxide uit het bloed aan de lucht afgestaan.
Dit kan door diffusie: een stof beweegt zich van een hoge concentratie naar een lage concentratie.

Slide 13 - Tekstslide

Uitwisseling in de longblaasjes

Slide 14 - Tekstslide

Zoek op hoe dit werkt. En schrijf dit in je werkboek. 

Slide 15 - Tekstslide

Simpel gezegd zorgen de longblaasjes voor de uitwisseling van zuurstof en afvalstoffen.
Dat doen ze via een netwerk van hele kleine bloedvaatjes, die om de longblaasjes heen
liggen. Via deze bloedvaatjes komt de ingeademde zuurstof in het bloed terecht. Het
bloed vervoert het zuurstof daarna door het hele lichaam. Het bloed geeft afvalstoffen
(koolstofdioxide) terug aan de lucht in de longblaasjes. De koolstofdioxide ademen we
vervolgens weer uit. 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe heet de opening van de luchtpijp?

Slide 17 - Open vraag

Hoe kan het dat er alleen in de longblaasjes de uitwisseling van stoffen kan plaatsvinden?
A
Dunne wandjes – De longblaasjes hebben hele dunne wandjes (slechts één cellaag dik). Hierdoor kunnen zuurstof en koolstofdioxide makkelijk door de wand heen bewegen.
B
Omdat de druk hier het grootst is.
C
Omdat dit weefsel opgebouwd is uit cellen.
D
Waarom? Daarom.

Slide 18 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
Neus- of mondholte
Keelholte
Luchtpijp
Bronchiën
Bronchiolen
Long
blaasjes

Slide 19 - Sleepvraag

Bronchiën, Bronchiolen en longblaasjes zijn onderdelen van de ?

Slide 20 - Open vraag

Ademhalen en Sport
Als bewegingsleider coach je ook op ademhaling zoals:
Op adem komen: Handen achter je hoofd en ellebogen naar buiten. 

cardio
Krachtsport
Door de neus in, 
Door de mond uit. 
In ademen tijdens excentrische fase even kort vasthouden en krachtig uitblazen tijdens concentrische fase van bewegen. 

Slide 21 - Tekstslide

Op welke manier kan je beter ademhalen?
A
Via je neus
B
Via je mond

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor koolstofdioxide

Slide 23 - Open vraag

Welke organen behoren o.a tot de ademhalingsweg?
A
Neus, luchtpijp & longen
B
Neusholte, luchtpijp en longblaasjes
C
Luchtpijp, keelholte en bronchien
D
Neus-keelholte, luchtpijp en longen

Slide 24 - Quizvraag

Duo-opdracht: 
Open je boekje
1. Teken de volledige luchtweg in. Dit moet qua grootte precies kloppen met je gezicht, hals en borst. 
2. Trek lijntjes naar de buitenzijde van het papier en benoem alle onderdelen + functies. 


Slide 25 - Tekstslide

Klaar?
Ga verder: 
1. Maak vraag 23,24,25 en 26. 

2. Vul de volgende kernwoorden in en geef in eigen woorden de definitie. 
Luchtweg, mondholte, neusholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, longen, longblaasjes, ademhaling bij krachtsport, ademhaling bij cardio. 

                                                             Niet af? = Huiswerk

Slide 26 - Tekstslide

Terugkoppeling
1. De studenten kunnen de onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen.
2. De studenten kunnen de juiste volgorde van de luchtweg beschrijven.
3. De studenten benoemen de verschillen in ademhaling tussen cardio en krachtsport. 
4. De studenten hebben de opdrachten gemaakt. 

Slide 27 - Tekstslide