Nieuwsuur: De opkomst van megasteden, interactief - Nederlandstalig

Nieuwsuur: De opkomst van megasteden, interactief
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nieuwsuur: De opkomst van megasteden, interactief

Slide 1 - Tekstslide

13

Slide 2 - Video

00:00
Voor we beginnen; wat is de definitie van een megastad?

Slide 3 - Open vraag

01:06
Waarom is de verstedelijking in Afrika zo groot? Groter dan in andere werelddelen.
A
Het is het continent met de meeste arme landen
B
Het is het continent met de meeste economische groei op dit moment
C
Het wordt in de toekomst een continent met enorme economische groei
D
Afrika heeft een groeiend geboortecijfer

Slide 4 - Quizvraag

03:58
Verklaar de enorme groei van de bevolkingsdichtheid in Sinza. Waarom zoveel wolkenkrabbers?

Slide 5 - Open vraag

05:12
Welke zin beschrijft het best wat voor baan hij heeft?
A
informele dienstensector
B
informele landbouwsector
C
formele landbouwsector
D
formele dienstensector

Slide 6 - Quizvraag

05:13
Is dit typisch voor megasteden in arme landen?
Neeuhh niet echt
Een beetje....
Nou, ik denk het wel
Jazeker!!

Slide 7 - Poll

07:47
Waarom heeft Afrika nog steeds zulke hoge geboortecijfers?

Slide 8 - Woordweb

10:49
Noem wat problemen die komen kijken bij een 800km grote megalopolis

Slide 9 - Woordweb

13:04
Waarom is het belangrijk dat groeiende steden hun wegennetwerk vooraf plannen?

Slide 10 - Open vraag

13:05
Waarom is het belangrijk dat Lagos goede busconnecties heeft?

Slide 11 - Woordweb

15:58
Noem een voordeel en een nadeel van de toename aan jongvolwassenen in een stad.

Slide 12 - Open vraag

18:09
Waarom is het voor mensen die steden inrichten belangrijk om te weten hoeveel kinderen jij wilt?

Slide 13 - Open vraag

21:01
Creëer een 'hoe -hoe zin' over de relatie tussen inkomen en geboortecijfer

Slide 14 - Open vraag

15:58
Wat voor mensen zijn deze 1000 voornamelijk?
A
Kinderen (<18)
B
Jong volwassenen (18-35)
C
Volwassenen (35-65)
D
Senioren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meest interessante wat je geleerd hebt van deze video?

Slide 16 - Woordweb