soorten economie/ vrijhandel

7. Nederland en het buitenland
7.1 EU / Vrijhandel /Wisselkoersen 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7. Nederland en het buitenland
7.1 EU / Vrijhandel /Wisselkoersen 

Slide 1 - Tekstslide

Een voordeel van (meer) export voor een land is ...

Slide 2 - Open vraag

Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat maakt NL geschikt voor wederuitvoer ?

Slide 5 - Open vraag

Noem minimaal 2 redenen waarom we goederen importeren !

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met Brussels Airlines reizen dan is er sprake van:
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.

Slide 8 - Quizvraag

7.1 Nederland handelsland

Wisselkoers

De wisselkoersen van vreemde valuta hebben invloed op de internationale handel. Vooral de dollarkoers is belangrijk. Veel goederen worden in Amerikaanse dollars afgerekend.

Slide 9 - Tekstslide

26 september 2022
€ 1 = $ 0,97



28 februari 2023
€ 1 = $ 1,06



NL exporteert voor € 1.000 goederen. 

VS betaalt € 1.000 x 0,97 = $ 970
 NL ontvangt € 1.000  

NL importeert voor $ 1.000 goederen.
 
VS ontvangt $ 1.000
NL betaalt $ 1000 : 0,97 = € 1.031

NL exporteert voor € 1.000 goederen 

 VS betaalt € 1.000 x 1,06 = $ 1.060
NL ontvangt € 1.000 
 
NL importeert voor $ 1.000 goederen.

VS ontvangt $ 1.000
NL  betaalt $ 1.000 : 1,06 = € 943,39 


Koers dollar is gedaald.

Slide 10 - Tekstslide

Als de wisselkoers van de euro stijgt, dan ...
(twee antwoorden zijn goed)
A
wordt de euro duurder voor het buitenland.
B
dan wordt de euro goedkoper voor het buitenland.
C
is de euro meer waard in het buitenland.
D
is de euro minder waard in het buitenland.

Slide 11 - Quizvraag

Internationale concurrentiepositie
De internationale concurrentiepositie geeft aan in hoeverre een land in staat is om beter en/of goedkoper te produceren dan andere landen.

Slide 12 - Tekstslide



  • Veel handel (export en import) met het buitenland.  

  • Bij een open economie zijn de exportquote en importquote groot

  • BV: Nederland


  • Weinig tot geen handel met het buitenland.

  • Bij een gesloten economie zijn de exportquote en importquote klein

  • BV: Noord Korea
Open economie
Gesloten economie

Slide 13 - Tekstslide

Internationale handel

  • Internationale handel : de handel tussen landen.
  • Is makkelijker geworden door:
  • Communicatie
  • Transport

Slide 14 - Tekstslide

Een open economie is kwetsbaar,) omdat deze economie afhankelijk is
van het buitenland (als het daar economisch slechter gaat).
- (Een open economie levert de inwoners meer welvaart op,) omdat er
meer goederen vanuit het buitenland beschikbaar komen om behoeften
te bevredigen.
− In een open economie wordt tevens inkomen verdiend door de export
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

VRIJHANDEL

Slide 16 - Tekstslide

Vrijhandel, voordelig of nadelig?
Nadeel
  • Door buitenlandse concurrentie kunnen bedrijven failliet gaan.
Voordelen
  • Landen gaan zich specialiseren in een bepaald onderdeel van het productieproces.
  • Bedrijven kunnen hun producten en diensten verkopen in andere landen van de wereld.
  • Meer export mogelijkheden voor ontwikkelingslanden.

Slide 17 - Tekstslide

Invloed wisselkoers op de handel

Slide 18 - Tekstslide

Europese Unie
Buiten de Europese Unie
Groot - Brittanië
Nederland
paspoort
geen wisselkoers
vrij verkeer van mensen
eurozone
Wisselkoers
euro

Slide 19 - Sleepvraag