3.1 cultuur

3.1 cultuur
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 cultuur

Slide 1 - Tekstslide

Iets andere manier van werken

Huiswerk = lezen paragraaf die we gaan behandelen + maken van de vragen die daarbij horen (Magister) 
--> in je aantekeningenschrift!

In de les iets kortere uitleg en maken en bespreken aantal opdrachten werkboek

Slide 2 - Tekstslide

Deze les

Eerste 10-15 minuten tijd voor:

Goed lezen 3.1 (5 minuten)

Pas daarna maak je opdracht 1 t/m 4 
(werkboek blz 54)

Eerder klaar? 3.1 opdracht 6 t/m 13
3.1 cultuur

Slide 3 - Tekstslide

3.1 cultuur
doelen:
  • Je kunt beschrijven wat een cultuur is en hiervan voorbeelden geven. 
  • Je kunt kenmerken en basiswaarden van de Nederlandse dominante cultuur benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een dominante cultuur en een subcultuur.
  • Je kunt voorbeelden geven en herkennen van aangeboren en aangeleerd gedrag.

Slide 4 - Tekstslide

3.1 cultuur
Je gedraagt je naar de cultuur van de samenleving waarin je opgroeit. Denk bijv aan, land, dorp, straat of vriendengroep.

Cultuur
  • alle waarden, normen en gewoonten die mensen in een bepaalde groep met elkaar delen.
  • Waarde: iets wat je belangrijk vindt: 2?
  • Norm: gedragsregel: 2?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Gewoonte
  • De manier waarop je iets gewend bent te doen: opdracht 2?
Dominante cultuur
  • Alle waarden, normen en gewoonten die de meeste mensen in een land met elkaar delen.
    bijv: op tijd op je afspraak komen.
             de Nederlandse taal spreken
             oliebollen eten met oud en nieuw
  • Wat had jij bij opdracht 3?
  • En hoe zit dat met Spanje / VS?

Slide 7 - Tekstslide

Typisch Spaans / Amerikaans

Spanje: Siësta, tapas, stierenvechten
 
VS: Thanksgiving, fastfood, wapens




Slide 8 - Tekstslide

3.1 cultuur
Basiswaarden
In de Nederlandese dominante cultuur staan drie basiswaarden centraal.
           Vrijheid: Je mag zeggen, denken en doen wat je wilt, als je de wet maar niet overtreedt.
           Gelijkwaardigheid: alle mensen  zijn evenveel waard.
           solidariteit: Je houdt rekening met elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

subcultuur
Binnen de dominante cultuur bestaan ook nog weer kleine subculturen. Ze maken deel uit van de dominante cultuur maar hebben ook hun eigen gewoonten.

subcultuur
  • cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.

Slide 10 - Tekstslide

3.1 cultuur
subcultuur
Subculturen kunnen met van alles te maken hebben:
  • geloof: christen, moslim, ....
  • muziek: rock, hiphop, ......
  • werk: politie, kok, ......
  • politiek: liberalen, socialisten, .....
  • woonplaats: Brabanders, Zwollenaren, ..
  • migratie: Marokkaanse, Surinaams, ....   deze laatse noem je Etnische subculturen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

3.1 cultuur
doelen:
  • Je kunt beschrijven wat een cultuur is en hiervan voorbeelden geven. 
  • Je kunt kenmerken en basiswaarden van de Nederlandse dominante cultuur benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een dominante cultuur en een subcultuur.
  • Je kunt voorbeelden geven en herkennen van aangeboren en aangeleerd gedrag.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe word je wie je bent?
Over aangeboren en aangeleerde eigenschappen

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten 3.1
Wat: 3.1 opdracht 6 t/m 13
Waarom: Verwerken lesstof, voorbereiding toets
Hoe: Zelfstandig & stil
Hulp: Overleg eventueel zachtjes, daarna pas docent vragen
Tijd: 10-15 minuten
Uitkomst: Controleer je antwoorden via Teams
Klaar? Bekijk de nieuwe PO op Teams



Slide 15 - Tekstslide

Nabespreken opdrachten
Opdracht 10

Foto's opdracht 11

Opdracht 13

Slide 16 - Tekstslide

PO cultuur
Lees de opdracht in Teams goed door!
Eerder klaar? Maak dan al een opzetje

Korte verduidelijking opdracht

Aan de slag
timer
4:00

Slide 17 - Tekstslide

PO cultuur 
Je gaat twee mensen interviewen: 1 leeftijd ouders, 1 opa/oma

OF je interviewt 1 persoon die is opgegroeid in een ander land

De vraag die centraal staat is: hoe groei jij anders op dan je vader/moeder/opa/oma

Slide 18 - Tekstslide

PO cultuur (3 pagina's)

Je stelt minimaal 10 vragen aan degene die je interviewt
Bij elkaar zijn dit 2 pagina's

Op de laatste pagina beschrijf je wat er is veranderd --> 1/2 pagina
en wat jij ervan vindt (wat lijkt je wel leuk en niet leuk) --> 1/2 pagina

Deadline voor deze PO is 29 november!

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk 
Vóór de volgende les 

Lees je 3.2 (bladzijde 38 en 39)

en geef je in je aantekeningenschrift antwoord op de volgende vragen
1. Wat is socialisatie?
2. Hoe socialiseer je?
3. Wat is sociale controle en geef er een positief en negatief voorbeeld van

Slide 20 - Tekstslide