Ouderdom in de GHZ

Ouderdom in de GHZ
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Ouderdom in de GHZ

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij ouderdom

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat ga je zien bij een oudere
zorgvrager on de GHZ?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Iemand met syndroom van Down heeft meer kans op vervroegde veroudering
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Zorgvragers met het syndroom van Down hebben een extra chromosoom 21. De aandoening wordt daarom ook wel trisomie 21 genoemd. Op de chromosomen zitten genen. Er is een gen dat zorgt voor de aanmaak van eiwitten. Door de extra kopie van dit gen bij zorgvragers met downsyndroom wordt meer eiwit gemaakt.
 Dit eiwit hoopt zich op in de ogen, oren en vooral in de hersenen en de vaten waardoor er al op jongere leeftijd al kans is op onder andere:

  • slechthorendheid en slechtziendheid
  • grijze haren en vroege kaalheid
  • vervroegde menopauze
  • vervroegde dementie



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat valt je op in deze film mbt ouderdom in de GHZ
Noem er 2

Slide 10 - Tekstslide

Veroudering kan zichtbaar worden door veranderingen op de volgende gebieden:
  • de zintuigfuncties
  • de motoriek en het evenwicht
  • de huid
  • het gebit
  • het eetpatroon
  • de uitscheiding
  • de temperatuurregulatie






Slide 11 - Tekstslide

De functie van de zintuigen wordt bij veroudering slechter.
Welk zintuig blijft meestal wel intact?
A
Zicht
B
Gehoor
C
Tastzin
D
Smaak

Slide 12 - Quizvraag

Signalen verandering zintuigen
Zicht:
voorwerpen van heel dichtbij bekijkt
Onzekerheid tijdens het lopen in een donkere omgeving of struikelen over drempels


Slide 13 - Tekstslide

Signalen verandering zintuigen
Het gehoor wordt minder, eerst in de hogere tonen, later ook in de lagere tonen.

Verschillen in volume kunnen irritatie veroorzaken.

Smaak en geur worden ook minder bij het ouder worden. De tastzin blijft meestal goed.

Slide 14 - Tekstslide

Aandachtspunten bij slechter wordende zintuiglijke functies:
  • Zorg voor voldoende licht: realiseer je dat een oudere dubbel zoveel licht nodig heeft om goed te kunnen zien.
  • Een rustige, overzichtelijke inrichting maakt de omgeving minder ingewikkeld en vermoeiend. 
  • Gebruik contrasten als de zorgvrager iets goed moet kunnen zien: dek bijvoorbeeld de tafel met contrasterende kleuren, 
  • Stimuleer de zintuigen: zorg voor aangename prikkels en stimuleer bijvoorbeeld de tastzin van de zorgvrager of roep aangename herinneringen op met smaken en geuren van vroeger.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Aandachtspunten bij verminderde motoriek en evenwicht
  • Voor de spieren en gewrichten geldt het Engelse gezegde: use it or lose it. Dat betekent: wat je niet gebruikt, verlies je. Bij een zorgvrager die niet of te weinig beweegt, gaat het bewegingsapparaat snel achteruit
  • Stimuleer beweging. Bewegen is meer dan lopen!
  • Besteed aandacht aan plekken waar het moeilijker is om balans te bewaren, zoals opstapjes en trappen.

Slide 30 - Tekstslide

De verouderde huid
De huid wordt door veroudering kwetsbaarder. 
De opperhuid wordt steeds dunner. 
De huid wordt ook minder soepel en elastisch. 
De hoeveelheid bindweefsel wordt minder.

Slide 31 - Tekstslide

Aandachtspunten bij veroudering van de huid:
  • Bescherm de huid van de zorgvrager tegen invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld door een dagcrème met beschermingsfactor te gebruiken.
  • Pas hygiënische maatregelen toe bij de huidverzorging. Droog de huid altijd goed om smetten te voorkomen.
  • Controleer de huid van de zorgvrager regelmatig op beschadiging en irritatie. Houd wratjes en pigmentvlekken in de gaten. Waarschuw de arts bij veranderingen of als een plekje spontaan gaat bloeden.
  • Besteed aandacht aan preventie van decubitus en huidbeschadiging door incontinentie.


Slide 32 - Tekstslide

Verandering in het gebit
  • afwijkende stand van de tanden, waardoor het gebit moeilijker te reinigen is
  • verminderde natuurlijke reiniging van de mond: door bijvoorbeeld stijve of juist slappe mondspieren
  • veel zuigen en sabbelen aan een zuigfles of antilekbeker
  • reflux en rumineren
  • gewoontes zoals duimen, nagelbijten en tandenknarsen



Slide 33 - Tekstslide

Door mondproblemen kan de zorgvrager pijn hebben, waardoor hij minder gaat kauwen. Daardoor worden de kauwspieren en de doorbloeding van de kaken minder. Waardoor weer tandbederf ontstaat.
Aandachtspunten: goede mondzorg en tijd nemen om te eten (goed kauwen)

Slide 34 - Tekstslide

Verandering in eetpatroon
Slikproblemen
Ondervoeding
Uitdroging


Slide 35 - Tekstslide

Hoe weet je dat een zorgvrager onvoldoende gedronken heeft

Slide 36 - Woordweb

Signalen dat een zorgvrager uitgedroogd is, kunnen zijn:
Signalen dat een zorgvrager uitgedroogd is, kunnen zijn:

  • verminderde elasticiteit van de huid
  • droge mond, droge slijmvliezen
  • minder urineproductie
  • verwardheid
  • obstipatie
  • onbegrepen koorts





Slide 37 - Tekstslide

Temperatuurregulatie
Naarmate het lichaam ouder wordt, is het minder goed in staat bij koud weer op temperatuur te blijven. Ouderen hebben bovendien minder gevoel voor kou en merken niet altijd dat hun lichaamstemperatuur daalt.

Slide 38 - Tekstslide

Psychische veroudering
  • het geheugen
met name korte termijn geheugen
  • intelligentie
concentratievermogen gaat achteruit
gaat op cognitief later niveau functioneren
  • leervermogen
hetzelfde begripsniveau, maar duurt langer voordat iets verwerkt wordt.

Slide 39 - Tekstslide

Sociale veranderingen
door lichamelijke en psychische veranderingen wordt de wereld voor de verstandelijke beperkte wordt steeds kleiner.

 brengt meer tijd in bed door
minder positief zelfbeeld → minder contacten → minder positief zelfbeeld
verminderd gehoor- en gezichtsvermogen → minder contacten

Slide 40 - Tekstslide

Dementie of Depressie??
Depressies en dementie zijn gezondheidsproblemen die vaak bij de ouder wordende zorgvragers met een verstandelijke beperking voorkomen.
Depressie is vaak een reactie op de verschillende verouderingsprocessen
Dementie ontstaat door organische veranderingen in de hersenen.
Aangezien de symptomen sterk op elkaar lijken maar de behandeling nogal verschilt, is het belangrijk dat de juiste diagnose wordt gesteld (door nauwkeurig te observeren en te rapporteren en inzicht in ziektebeelden)


Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Vragen?
VRAGEN?

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide