Bs 6 Evolutie in populaties

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Leerdoelen

 1. Je kunt beschrijven hoe de genetische eigenschappen van een populatie kunnen veranderen met behulp van de volgende begrippen:

-  soort, populatie, genenpool

- natuurlijke selectie, seksuele selectie

- allelfrequentie, genetic drift

Soort

Aantal soorten?

Dezelfde soort?

Soort 

individuen die zich onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen

Populatie

een groep individuen van dezelfde soort die leven in een bepaald gebied en zich onderling voortplanten

3 ingrediënten van evolutie

1) Variatie binnen een soort

2) Het leven is zwaar (niet iedereen overleeft)

3) Er is sprake van overerving

Gevolg: 

Steeds meer individuen in de populatie met gunstige eigenschappen 

Evolutie: verandering van genotypenfrequenties en allelfrequenties in een populatie

Hoe kunnen allelfrequenties in een populatie veranderen?

1. Mutatie
2. Natuurlijke selectie
3. Migratie
4. Genetic drift 
5. Seksuele selectie

Hoe kan door mutatie de allelfrequentie veranderen?

Mutatie = verandering in genen (random)

Hoe kan door natuurlijke selectie de allelfrequentie veranderen?

Natuurlijke selectie = de meest fitte genotypen/allelen overleven en worden doorgegeven

Hoe kan door migratie de allelfrequentie veranderen?

Migratie = genen van ene naar de andere populatie (door individu of individuen die wegtrekken of aankomen)

Hoe kan door genetic drift de allelfrequentie veranderen? (p209)

Genetic drift = toevallige grote verandering in allelfrequentie door omstandigheden 

Hoe kan door seksuele selectie de allelfrequentie veranderen? (p208)

Seksuele selectie = voorkeur voor de meest fitte genotypen/allelen om mee voort te planten 

Seksuele selectie en natuurlijke selectie botsen wel eens; een eigenschap levert wel meer paring op maar verlaagt de overleving 

Maak opdracht 62 + 63 + 66 + 67

extra oefening/verdieping: 

opdracht 68 + 69

70(context oefening)