Bloedgroepen en bloedtransfusies

Bloedgroepen en bloedtransfusies
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bloedgroepen en bloedtransfusies

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Uitleggen welke bloedgroepen compatibel zijn bij bloedtransfusies. Aangeven welke bloedgroep universele donor of ontvanger is. Benoemen van de aanwezige antigenen en antistoffen voor elke bloedgroep. Beschrijven van het proces van hemolyse en de gevolgen ervan.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over bloedgroepen en bloedtransfusies?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie en eigenschappen van de ABO-bloedgroepen
Bloedgroepen A, B, AB, 0. Antigenen en antistoffen per bloedgroep.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Compatibiliteit tussen verschillende bloedgroepen bij transfusies
Welke bloedgroepen kunnen bloed ontvangen van welke bloedgroepen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Universele donors en ontvangers binnen het ABO-systeem
Bloedgroep 0 als universele donor. Bloedgroep AB als universele ontvanger.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antigenen en antistoffen bij de verschillende bloedgroepen
A, B, AB en 0 hebben verschillende antigenen en antistoffen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het proces van hemolyse en de mogelijke gevolgen
Samenklonteren van rode bloedcellen door antigenen en antistoffen. Ernstige schade en mogelijke dood.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
ABO-systeem, Compatibiliteit, Universele donor, Universele ontvanger, Hemolyse

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.