Basisstof 3: De was doen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Basisstof 3: De was doen

Inhoud van deze les

- Wat weten we nog van basisstof 1 en 2?

- Uitleg basisstof 3

- Aan de slag met torso en huiswerk

Welke huishoudelijke taken zijn er allemaal?

Wat betekent co-ouderschap?

Wat is een huishouden?

1. Een groep mensen die samen woont
2. Schoonmaken
3. Iemand die alleen woont
4. Dat je een huis hebt

Wie doet bij jou thuis de was?

Samenstelling van kleding

Kleding is gemaakt van hele dunne draadjes --> vezels

Draden door elkaar geweven --> Stof

Natuurlijke vezels

- De vezels komen van planten of dieren. 

Planten: Katoen en linnen

Dieren: wol en zijde

Synthetische vezels

- De vezels worden in fabrieken gemaakt.

Uit aardolie, zoals nylon of polyester. 

Kijk eens in de label van je shirt. Van welke stof is jouw shirt gemaakt?

Eigenschappen van stoffen

Elke stof heeft andere eigenschappen. 

-----------------------------------------------------------------------

Katoen = Zacht en soepel. Neemt veel vocht op en blijft lang nat.

Wol = Lekker warm. Neemt veel vocht op. 

Nylon = Neemt bijna geen vocht op. Is heel licht. 

Opdracht

Maak een tabel in je schrift.

In de linkerkolom schrijf je het soort wasmiddel. In de rechterkolom zet je de beschrijving. 

Was-aanwijzingen

Hier staat hoe je het wasmiddel kunt gebruiken.

Dosering: Hoeveel wasmiddel je nodig hebt. 

Wat kan er gebeuren als je roze kleding wast met witte handdoeken?

Machinewas

Als je de kleding wast in de wasmachine.

Handwas

Als je kleding zelf met de hand wast. 

Aan de slag!

Maak je torso opdracht af. 

Klaar? Maak de opdracht etiketten. 

Huiswerk basisstof 3: 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9

Basisstof 4 Veiligheid thuis

- Leerdoelen basisstof 4 + uitleg basisstof 4

- Aan de slag met torso en huiswerk. 

Leerdoelen basisstof 4

Aan het einde van deze les kun je:

- Beschrijven hoe je ongelukken in huis kunt voorkomen en hoe je veilig kunt werken. 

- Beschrijven hoe je veilig om kunt gaan met apparatuur

- Vertellen wat je kunt doen bij enkele veel voorkomende ongelukken. 

Opdracht symbolen

Vul het werkblad in. Zoek de juiste betekenis van de symbolen op in je boek en schrijf dit op het werkblad. 

Ongelukken in en om het huis

- Onveilig gedrag: Verkeerd omgaan met gas en elektriciteit. 

- Onveilige omgeving: Trap zonder traphekje, giftige schoonmaakmiddelen bij frisdrank

- Onveilig materiaal: Apparaten die niet veilig of goedgekeurd zijn. 

Veilig werken

Controleer je apparaten of ze veilig zijn. 

Lees de gebruiksaanwijzingen en volg de veiligheidsvoorschriften op. 

Elektriciteit

- Kan schokken geven en brand veroorzaken. 

Hoe kun je veilig werken met elektriciteit? Zoek op in je boek! blz. 218.

Pas op voor gas!

Gas is onzichtbaar en kan gevaarlijk zijn!

Als er gas lekt, kan er een ontploffing ontstaan. 

Gas heeft een herkenbare geur. Draai de gaskraan dicht!

Sleep de gevarensymbolen naar de juiste betekenis

Ontvlambaar

Explosief

Giftig

Schadelijk voor milieu

Aan de slag!

Maak de torso opdracht af!

Huiswerkopdrachten: 1 tot en met 11.