Kapitel 1 les Lektion 5.2 & SO voorbereiding

• Duits
• Middelbare school
• vmbo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Guten Tag!

was werden wir heute machen

- Ordinalzahlen (rangtelwoorden)

- Wiederholung Grammatik / oder lernen

Rangtelwoorden

- wat is een telwoord?

- Wat is een rangtelwoord?

Rangtelwoorden

1 t/m 19: eindigen op -te(n)

20 en meer: eindigen op -ste(n)

Schrijf je een rangtelwoord als een cijfer, dan zet je een punt achter het cijfer

(bijv. am 7. September)

Aufgabe 10

05.01. = 

27.04. =

1.12. =

Wiederholung

Klas A & C: 

• Lidwoorden
• Het vraagwoord
• Hoofdletters

Klas D: 

• Bepaald en onbepaald lidwoord
• Bezittelijk voornaamwoord
• Rangtelwoorden

Lidwoorden

der > 

die > 

das >

die >

Wat moet je kunnen?

- De/het/een/geen vertalen + m/v/o/mv

De/het/een/geen + m/v/o/mv = lidwoord

Hoofdletters

• begin van een zin
• voor en achternaam
• steden en landen
• EN BIJ ALLE ZELFSTANDIG NAAMWOORDEN

Wat moet je kunnen?

In een tekst alle hoofdletters zoeken. 

Vraagwoord

wanneer =

wat =

wie =

hoe =

waar =

waar ... vandaan =

Wat moet je kunnen?

De woorden van het Nederlands naar het Duits vertalen = LEREN

Bezittelijk voornaamwoord

- Geeft bezit aan

- mijn | jouw | zijn | haar | zijn | onze | jullie | hun | uw

Wat moet je kunnen?

- het bezittelijke voornaamwoord vertalen

- bepalen of het m/v/o/mv is

Bezittelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord + m/v/o/mv 

= 

bezittelijk voornaamwoord in de juiste vorm

Abschluss

Volgende les SO