vergelijkingen van gelijke waarden
Vergelijkingen van iets of iemand met iets of iemand dat van gelijke waarde is, benoem je als volgt:
Das Auto von meinem Bruder und das Auto von mir sind gleich (even)groß.
of
Das Auto von meinem Bruder ist
genauso (
even/net zo)groß wie mein Auto.
Hier wordt het bijvoeglijk naamwoord in de basisvorm gebruikt.