Les 2 Reinigen en desinfecteren

Les 2: Reinigen en desinfecteren
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 2: Reinigen en desinfecteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De les doelen
Jij kan
  • uitleggen wat de verschillen zijn tussen een zure- neutrale en een basisch reinigingsmiddel.
  • uitleggen wat de schijf van 4 inhoudt
  • je kan een CIP uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 soorten van vervuiling hadden we ook alweer?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van organisch vuil is?
A
Mineralen
B
Koolhydraten
C
Vet
D
Eiwit

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van anorganisch vuil is?
A
Mineralen
B
Koolhydraten
C
Vet
D
Eiwit

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om welke redenen reinigen we regelmatig? 4x

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ernstige kruisbesmetting?
A
De overdracht van allergenen en/of MO van "vies" naar "schoon"
B
Besmetting van product op verpakking
C
Besmetting van gaar naar rauw
D
Besmetting van levensmiddelen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reinigingsmiddelen

Indeling op basis van pH:

  • Zure reinigingsmiddelen pH < 4
  • Neutrale reinigingsmiddelen pH = 4 -10
  • Basische reinigingsmiddelen pH > 10

Slide 15 - Tekstslide

Binnen het grote aanbod aan reinigingsmiddelen kunnen we drie groepen  onderscheiden: 
1 zure reinigingsmiddelen;
2 basische reinigingsmiddelen;
3 neutrale reinigingsmiddelen.
Zure reiningsmiddelen
Vaak te herkennen aan een rode can of een rode dop. Lees goed wat er op het etiket staat!!!
pH vaak rond 3.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basische reinigingsmiddelen
Basische reinigingsmiddelen noemen we ook wel loog
Vaak te herkennen aan een blauwe can of zwarte of blauwe dop. Lees goed wat er op het etiket staat!!!
pH vaak rond 11

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neutraal reinigingsmiddelen
Basische reinigingsmiddelen noemen we ook wel loog
Vaak te herkennen aan een blauwe can of zwarte of blauwe dop. Lees goed wat er op het etiket staat!!! Kan verward worden met de loog. pH neutraal 7.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de pH...
A
is hoog in een zure oplossing
B
is hoog in een basische oplossing
C
is <7 in een zure oplossing
D
is >7 bij een zure oplossing

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een oplossing met pH 6.3. Ik doe hier een basisch middel bij. De pH
A
gaat omlaag
B
gaat omhoog
C
blijft hetzelfde

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:21
Reiniging met loog
De tweede fase van de reiniging. Reiniging met chemicaliën. Loog (pH 11). Voor het verwijderen van het organische vuil als vet en eiwitten.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:34
Tussen spoelen
Tussenspoelen voor het verwijderen van het loog met vuil. Want loog mag niet met zuur in aanraking komen. Vaak wordt de pH gecontroleerd. Deze moet neutraal rond de 7 zijn voordat de zuurreiniging kan starten.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:48
Zuur reiniging
Reiniging met zuur voor het verwijderen van anorganisch vuil als kalk. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:02
Naspoelen
Naspoelen van het vuile water met zuur (pH rond de 3). Vaak wordt de pH gecontroleerd tot neutraal 7. Zo weet men zeker dat al het zuur weggespoeld is.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:17
Desinfecteren
Na het naspoelen kan er gekozen worden om alles te desinfecteren voor het afdoden van alle micro-0rganismen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 Fasen van de reiniging
  1. Voorspoelen met lauw water 
  2. Reinigen met reinigingsmiddel (basisch) (organisch vuil: vet, suiker en eiwitten verwijderen)
  3. Tussenspoelen met water
  4. Reinigen met reinigingsmiddel (zuur) (anorganisch vuil: kalk)
  5. Naspoelen met water

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspoelen
Het voorspoelen moet direct na productie gebeuren om te voorkomen dat vuil gaat aankoeken en indrogen en om groei van micro-organismen te voorkomen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reinigen
Na het voorspoelen wordt gereinigd met een loog (zeep) reinigingsmiddel. Temperatuur is > 72 graden C.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenspoelen
  1. Fase scheiding tussen Loog en Zuur
  2. Het tussenspoelen dient om de reinigingsvloeistof (loog) met daarin opgeloste vervuiling te verwijderen. 
  3. Het is belangrijk dat het tussenspoelen goed gebeurt. Dus tijd is afhankelijk van het te reinigen object






Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zure reiniging
Na een tussenspoeling met water zorgt zuur (bij een lage pH) voor het oplossen van aanslagen (bijv. kalkafzetting). Deze zouten zijn tijdens bewerkingen uit het product of water neergeslagen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naspoelen
Het naspoelen dient voor de verwijdering van de reinigingsvloeistof met daarin het opgeloste vuil. Het naspoelwater kan vaak weer gebruikt worden als voorspoelwater.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar ?
A
Met het voorspoelen wordt vastzittend vuil verwijderd
B
Bij een 3 fasen reiniging wordt er met een base en een zuur gereinigd
C
Tussenspoelen moet goed gebeuren anders reageert het loog met het zuur
D
Bij een zure reiniging wordt alles verwijderd

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:07
Voorspoelen
Net als bij de 3 en de 5 fasen reiniging wordt het loszittende vuil verwijderd.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkopdracht CIP
Zie praktijkopdracht (les 2) in Cum Laude:
Wat is de bedoeling:
  • Je vraagt om een PID van een CIP bij de TD
  • De onderdelen van de PID ga je opzoeken op de werkplek
  • Je maakt daarvan foto's en je kan uitleggen wat de functie is van de onderdelen en waarom op die plek
  • Dit is een onderdeel van het CGI!! (deel 1)

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check: les doelen
Jij kan
  • uitleggen wat de verschillen zijn tussen een zure- neutrale en een basisch reinigingsmiddel.
  • uitleggen wat de schijf van 4 inhoudt
  • je kan een CIP uitleggen

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies