Les 4 - Reiniging en desinfectie

Les 4 - reiniging en desinfectie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Reiniging en desinfectieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 4 - reiniging en desinfectie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De les doelen
Jij kunt
  • uitleggen wat de verschillen zijn tussen een zure- neutrale en een basisch reinigingsmiddel.
  • uitleggen wat een desinfectiemiddel is en wat de functie ervan is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reinigingsmiddelen

Indeling op basis van pH:

  • Zure reinigingsmiddelen pH < 4
  • Neutrale reinigingsmiddelen pH = 4 -10
  • Basische reinigingsmiddelen pH > 10

Slide 3 - Tekstslide

Binnen het grote aanbod aan reinigingsmiddelen kunnen we drie groepen  onderscheiden: 
1 zure reinigingsmiddelen;
2 basische reinigingsmiddelen;
3 neutrale reinigingsmiddelen.

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zure reiningsmiddelen
Vaak te herkennen aan een rode can of een rode dop. Lees goed wat er op het etiket staat!!!
pH vaak rond 3.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basische reinigingsmiddelen
Basische reinigingsmiddelen noemen we ook wel loog
Vaak te herkennen aan een blauwe can of zwarte of blauwe dop. Lees goed wat er op het etiket staat!!!
pH vaak rond 11

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neutraal reinigingsmiddelen
Basische reinigingsmiddelen noemen we ook wel loog
Vaak te herkennen aan een blauwe can of zwarte of blauwe dop. Lees goed wat er op het etiket staat!!! Kan verward worden met de loog. pH neutraal 7.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de pH...
A
is hoog in een zure oplossing
B
is hoog in een basische oplossing
C
is <7 in een zure oplossing
D
is >7 bij een zure oplossing

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een oplossing met pH 6.3. Ik doe hier een base bij. De pH
A
gaat omlaag
B
gaat omhoog
C
blijft hetzelfde

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het meten van de pH kleurt het universele pH papier blauw.
Welke pH heeft de stof ongeveer?
A
1
B
5
C
7
D
14

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Desinfecteren

Desinfecteren: Desinfecteren is het chemisch verwijderen en/of doden van bacterien en sporen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Desinfecteren
Wat betekenen de volgende begrippen? 
Wat zijn de verschillen?

  • Reinigen
  • Desinfecteren

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De begrippen
Reinigen = het verwijderen van productresten en vuil.

Desinfecteren =  het doden van de micro-organismen die na de reiniging nog zijn
achtergebleven.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Desinfectieprogramma's 


  • Kort programma
  • Lang programma

Kort programma
Lang programma
1. Voorspoelen
1. Voorspoelen
2. Reinigen & desinfecteren
2. Reinigen
-
3. Tussenspoelen
-
4. Desinfecteren
-
5. Naspoelen

Slide 14 - Tekstslide

Deze gecombineerde middelen hebben als voordeel, dat je maar één  in plaats van twee middelen gebruikt, zodat je tijd en geld bespaart. Gecombineerde  middelen zijn echter slechts toe te passen als na voorspoelen met water geen al te grote hoeveelheden voedingsmiddelenresten of vuil achterblijven. Omdat een desinfectiemiddel zijn werking verliest door aanwezigheid van vuil, kan dus slechts bij lichte vervuiling gewerkt worden met een gecombineerd reinigings- en desinfectiemiddel. 
In situaties waar sprake is van een flinke vervuiling zullen reiniging en desinfectie als  twee gescheiden handelingen uitgevoerd moeten worden.
Desinfectiemethoden

  • Circulatiedesinfectie (CIP)
  • Stilstaande desinfectie 
  • Sproeidesinfectie
  • Stoomdesinfectie (is een vorm van steriliseren)

Slide 15 - Tekstslide

CIP: De inwerktijd is een aantal minuten. De concentratie kan laag zijn door het intensieve contact. Het desinfectiemiddel kan na gebruik weer worden opgeslagen in de opslagtank en dus meerdere malen worden gebruikt. 

Stilstaande desinfectie: materialen worden in een bak desinfectiemiddel gedompeld. Je laat dit enige tijd staan. Geschikt voor losse materialen en gereedschappen. 

Sproeien: wanneer bovenstaande methoden niet toepasbaar is. Zoals het desinfecteren van vloeren, muren of bepaalde apparatuur. Het is noodzakelijk dat de oppervlakten droog zijn, omdat desinfectiemiddel anders te veel verdund wordt. 

Stoomdesinfectie: is een vorm van steriliseren. Hierbij wordt de afdoding van m.o.'s alleen veroorzaakt door hitte. Inwerktijd moet lang genoeg zijn en alle delen moeten met de stoom in aanraking komen. 
Desinfectiemiddelen
Stoffen die door hun chemische structuur in staat zijn m.o.'s te doden. 
  • Chloorverbindingen
  • Jodoforen
  • Quateranire ammoniumverbindingen
  • Perioxiden
  • Aldehyden
  • Halogeencarbonzuren

Slide 16 - Tekstslide

Desinfectiemiddelen moeten:
– schadelijk zijn voor zoveel mogelijk micro-organismen;
– ongevaarlijk zijn voor de huid;
– goed kunnen doordringen in kieren en naden.
OPDRACHT
Maak opdracht 3 les 3 Reiniging en desinfectie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde les

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies